https://www.de-Paula-Lopes.nl
GENERATION I
GENERATION II
GENERATION III
GENERATION IV
GENERATION V
GENERATION VI
GENERATION VI bis
GENERATION VI tertium
GENERATION VII
GENERATION VII bis
GENERATION VII tertium
GENERATION VIII
GENERATION VIII bis
GENERATION VIII tertium
GENERATION IX
GENERATION IX bis
GENERATION IX tertium
GENERATION X
GENERATION X bis
GENERATION X tertium
GENERATION XI
GENERATION XI bis
GENERATION XII
GENERATION XII bis
GENERATION XIII
GENERATION XIII bis
GENERATION XIV
GENERATION XIV bis
GENERATION XV
GENERATION XV bis
GENERATION XVI
GENERATION XVI bis
GENERATION XVII
GENERATION XVII bis
GENERATION XVIII
GENERATION XVIII bis
GENERATION XIX
GENERATION XIX bis
GENERATION XX
GENERATION XX bis
GENERATION XXI
GENERATION XXII
GENERATION XXIII
GENERATION XXIV
GENERATION XXV
GENERATIE VI bis



Generatie 6 (oudouders)

50 Wilhelmus (Wilke) Hilling [Gen. 6 Nr.: 50 OUDOUDER], gedoopt op 23-08-1798 in Papenburg [Oostvries] Hannover Obenende Heiliges Römisches Reich Deutscher Nation. Bron: St. Anonius Papenburg.
Wilke is overleden op 29-06-1878 in Salatiga Nederlandsch Indië, 79 jaar oud.
Functie: Soldaat ~ Vrijwillig in dienst getreden op 09-05-1824; kort daarna vertrokken naar Oost Indie op het schip Rubbens d.d. 26-06-1824.
Beroep: Kaufmann in Plaver. Functie: Landheer te Soerakarta.
Notitie bij Wilke : Behuwd zoon door aanverwantschap Johannes Augustinus (Tinus) Dezentjé
Hij trouwde 32 jaar oud op 06-02-1831 in Soerakarta Solo Nederlandsch Indië. Het huwelijk werd aangegaan met:




 
6/50 Doop Wilhelmus Hilling


W. Hilling in het leger












T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007


VI/50 Wilhelm Hilling Militair Stamboek;

In het Militaire stamboek lezen wij dat hij 9 mei 1824 "vrijwillig is geëngageerd als soldaat voor den tijd van zes jaren voor handgeld toegestaan Tien guldens en vijftig cents."

Wij lezen in hetzelfde document dat hij "op den 26en Juny 1824 geëmbarqueerd aan boord van het schip Rubens bestemd naar de O.I. [De Belgische brik RUBENS: bouwjaar < 1815, van 1817 tot 1830 onder Nederlandse vlag; Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830)]"


Op 22 januari 1939 schreef Johannes Augustinus Dezentjé [zie verder onder Gen. VI no. 54 hieronder], wat zijn laatste bericht zou worden, in de Javaanse Courant. Het betrof het intrekken van de generale procuratie van zijn schoonzoon Wilhelm Hilling in verband met zijn op handen zijnde vertrek naar Nederland alwaar hij te Amsterdam bij de Zoölogische Societeit Natura Artis Magistrata een van Sourtacarta afkomstig Boa Contrictor van 23 voet [7 meter] cadeau zou doen.


Artikel uit het Algemeen Handelsblad van 1939 waarin W. Hilling een Boa Constricor aan Artis schenkt!


Koffij Plantage Soerakarta W. Hilling 1837

1840 Wilhelm Hiling had verschillende landerijen die hij huurde om Koffie te verbouwen. Hij staat op dezelfde naamlijst als zijn Schoonvader Johannes Augustinus Dezentjé [zie hieronder nr. 54].


Koffij Plantage Soerakarta W. Hilling 1840

1840 Wilhelm Hiling had verschillende landerijen die hij huurde om Koffie te verbouwen. Hij staat op dezelfde naamlijst als zijn Schoonvader Johannes Augustinus Dezentjé [zie hieronder nr. 54].


Koffiecultuur op Java

Bijlage van het Algemeen Verslag der uitkomsten van het onderzoek betreffende de koffijcultuur op Java uit 1866. Betreft twaalfjaring overzicht van de koffiecultuur op Java. Zowel Wilhelm's landgoed staat hier genoemd als die van zijn overleden schoonvader Johannes Augustinus Dezentje [Gen.6Nr.: 54 OUDOUDER].








6/50 Wilhelm(us) Hilling


Krantenartikel waarin een zoon van Wilhelm Hilling de naam aanneemt van zijn grootvader Johannes Augustinus Dezentje.






Intekenaar:













T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007






51 Johanna Dorothea Charlotta (Emmerlina) Dezentjé [Gen. 6 Nr.: 51 OUDOUDER], 15 jaar oud, geboren op 16-08-1815 in Ampel (res. Soerakarta) Nederlandsch Indië. Emmerlina is overleden op 09-04-1852 in Ampel (res. Soerakarta) Nederlandsch Indië, 36 jaar oud [in hetzelfde jaar als haar grootmoeder Johanna Magalena Kops.
Notitie: Eerste van 28 kinderen (!) van de Senopatie van Ampel Johannes Augustinus Dezentjé!
Kind van Wilke en Emmerlina :
I. Margaretha Adelheidis Hilling [Gen. 5 Nr.: 25 BETOVERGROOTOUDER] (Zie 25)




 

Johanna Dorothea Charlotta Dezentjé

Genoemd bij het Hooggerechtshof Batavia



07-10-1825 Hooggerechtshof Batavia





15-11-1825 Hooggerechtshof Batavia













T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007


VI/51 Johanna Dorothea Charlotte Dezentje wordt in een van de weinige officiele documenten genoemd met haar man Wilhelm Hilling bij het huwelijk van haar dochter Mathilda Augusta Hilling, de zus van Margaretha Aldelheidis Hilling.








VI/51 Overlijden
Johanna Dorothea Charlotta (Emmerlina) Dezentjé


6/51 Johanna Dorothea Charlotte Dezentjé overleden 9 april 1852, één maand later dan haar grootmoeder Johanna Magdalena Kops die op 19 maart 1852 overleed, beiden te Soerakarta








Notitie bij Emmerlina : Familiewapen is niet erkend, echter wel al vele generaties door de familie gedragen


52 Hendrik Martinus Kruseman [Gen. 6 Nr.: 52 OUDOUDER], geboren op 20-07-1787 in Haarlem Koninkrijk der Nederlanden. Hij is gedoopt op 22-07-1787 in Haarlem Koninkrijk der Nederlanden. Hendrik is overleden op 10-02-1856 in Vreeland Koninkrijk der Nederlanden, 68 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Inschrijving latijnse school 14-07-1801 (14 jaar oud).

Religie: Evangelisch Luthers. Hendrik Martinus was Ouderling van de Evangelisch Lutherse Gemeente Haarlem 1830-1833 & 1841-1843.
Hij trouwde 30 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op 22-10-1817 in Haarlem Koninkrijk der Nederlanden met:




 
VI/52 Doop Hendrik Martinus Kruseman


VI/52 Doop Hendrik Martinus Kruseman


03-10-1821 Hypotheek



1816 - 1850 TABAKS-AFFAIRE

VI/52 Beroep: Tabakskoper, samen gestart met zijn broer Jan ALexander Kruseman op 10-06-1816. Zij begonnen op twee plekken in het centrum van Haarlem hun gezamenlijke onderneming:

1. in de Lange Veerstraat, Schuins over de Korte Veerstraat [Hendrik Martinus]
2. In de Spekstraat, op de hoek van de Groote Houtstraat [Jan Alexander]

Later werd ook middels een advertentie ter kennis gebracht dat op 01-12-1850 de Tabaksaffaire werd overgedaan aan zijn zoon E.A. Kruseman op het oude adres Lange Veerstraat., wijk 3 no. 16 te Haarlem.




29-08-1818 Veiling huis van schoonvader



Op 20-07-1818 heeft Jan Olhoff zijn schoonzoon Hendrik Martinus Krüsemann gemachtigd, inclusief 'Conditien van Verkoop, met het voornemen om een huis in te brengen [aan de oostzijde van De Kleine Houtstraat op de hoek van De Lange Hofstraat] bij een veiling in het logement De Goude Leeuw op 29-08-1818.





1818 Procuratie & Brevet van schoonvader

VII/106 Jan Olhoff heeft een half jaar voor zijn overlijden aan zijn schoonzoon Hendrik Martinus Kruseman [Gen. 6 Nr.: 52 OUDOUDER] een Procuratie & Brevet afgegeven om een Huis & Erf te kopen. Dit zal het huis aan 't Spaarne nr. 850 zijn geweest; zie hieronder bij zijn vrouw.


Testament 25-04-1818







VI/52 Oudst bekende brief 06-03-1851 geschreven door Hendrik Martinus Kruseman aan zijn nog ongehuwde zoon Jan Adam Kruseman [Gen. 5 Nr.: 26 BETOVERGROOTOUDER]


V/26 Jan Adam Kruseman registratie 1826 samen met zijn ouders en broer en zussen in de Langeveerstraat 16 te Haarlem. Het gezin bestond uit 7 personen.


Depot 16-11-1836

 


VI/52 Overlijden van Hendrik Martinus Kruseman te Vreeland.


VI/52 Brief van zijn vrouw Lambertina Catharina Elisabeth Olhoff 07-04-1856 waarin zij het overlijden beschrijft van haar man aan haar zoon en schoondochter in Nederlansch Indië Jan Adam Kruseman & Helena Suzanna Dézentjé [Gen. 5 Nr.: 26 & 27 BETOVERGROOTOUDERS]




6/52 Huwelijk van Hendrik Martinus Krusman & 6/53 Lambertina Catharina Elisabeth Olhoff


53 Lamberdina Catharina Elisabeth van Olhoff [Gen. 6 Nr.: 53 OUDOUDER], is geboren op 04-05-1794 in Amsterdam Republiek der 7 Verenigde Provinciën, dochter van Johan (Jan) Olhoff (van) [Gen. 7 Nr.: 106 OUDGROOTOUDER] en Engelina Alyda van der Hagen [Gen. 7 Nr.: 107 OUDGROOTOUDER]. Zij is gedoopt op 23-05-1794 in Amsterdam Republiek der 7 Verenigde Provinciën. Bij de doop van Lamberdina waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Willem Nider en Bernardus van der Ha(a)ge(n) (±1735-1799) [grootvader moederszijde].
Notitie bij de geboorte van Lambertina: Westerkerk
Lambertina is overleden op 09-08-1858 in Amsterdam Koninkrijk der Nederlanden, 64 jaar oud. Notitie bij overlijden van Lambertina: Westerkerk
Religie: Hervormd.
Kind van Hendrik en Lamberdina:
I. Jan Adam Kruseman [Gen. 5 Nr.: 26 BETOVERGROOTOUDER] (Zie 26)



VI/53 Doop Lambertina Catharina Elisabeth Olhoff


VI/53 Doop Lambertina Catharina Elisabeth Olhoff


Testament 25-04-1818



In testament van haar moeder 11-09-1821



Procuratie 15-11-1826



Iventaris inboedel moeder & Procuratie 1834/1835





In testament Isabella Maria Rocquette + 19.02.1871



VI/53 Zes maanden voor haar dood schreef Lambertina Catharina Elisabeth Olhoff deze brief 08-02-1858 aan haar zoon Jan Adam Kruseman en schoondochter Helena Suzanna Dézentjé.


Procuratie t.b.v. 5 minderjarige kinderen in Ned.







54 Johannes Augustinus (Tinus) Dezentjé [Gen. 6 Nr.: 54 OUDOUDER & Gen. 7 Nr.: 102 OUDGROOTOUDER],

LET OP LET OP LET OP! ZIE OOK GENERATIE VII NR. 102 [DE PROBANDUS STAMT 2 MAAL AF VAN TINUS!]

Tinus werd in het huis van Prins Tjokrónégóró op Poerbajan geboren 12-04-1796 Soerakarta Solo Nederlandsch Indië [Ampel, Boyolali Regency, Midden-Java, Indonesië]. Hij was al lang bekend aan het hof; zijn vader had er banden mee aangeknoopt.
Hij is overleden op 7 november 1839 in Ampel (res. Soerakarta ~ Malang) Nederlandsch Indië, 42 jaar oud.




 

Johannes Augustinus [Tinus] Dezentjé

Olieverfschilderij door Barend Leonardus Hendriks naar een doek van Johan Caspar Muller Krüseman [lid van beroemde schilders-familie Krüseman, zie ook artikel ARTISTS]. Zijn dochter Helena Suzanna Dezentjé huwt in 1854 met Jan Adam Krüseman, een volle neef van de beroemde schilder Jan Adam Krüseman, beiden waren vernoemd naar hun opa.

Hij draagt het ordeteken van de Nederlandse Leeuw en de Java-medaille. Het doek is door de familie Dezentjé geschonken aan het museum Bronbeek, kenniscentrum van het koloniaal-militair verleden van het Koninkrijk der Nederlanden. Het bevindt zich op een historisch landgoed. Bronbeek is ook een tehuis voor veteranen van de Nederlandse krijgsmacht en het voormalige Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).
 
 


T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM

Meest originele afbeelding. Het is geschilderd door Johan Caspar Muller Kruseman in 1833. Henriëtte Philippine Lambertine Kruseman, een familielid van de schilder en ook een kleindochter van Johannes Augustinus Dézentjé, was gehuwd met Cornelis Frederik Willem Karel Happé. Zij hadden een tekening van dit originele schilderij [verloren gegaan] in hun bezit. Tekening van het originele schilderij van Johannes Augustinus Dézentjé in het bezit geweest van Henriëtte Philippine Lambertine Kruseman, een kleindochter van Johannes Augustinus Dézentjé, gehuwd met Cornelis Frederik Willem Karel Happé. Uit de fotocollectie Happé. Schilderij gemaakt op basis van de tekening van het originele schilderij van Johannes Augustinus Dézentjé uit de fotocollectie Happé. Deze is in het bezit van de probandus Marnix Alexander de Paula Lopes. Op dit doek is ook het familiewapen van de familie Dézentjé in de rechgterb bovenhoek geplaatst. Schilderij gemaakt door Barend Leonardus Hendriks. Het is geschonken aan het museum Bronbeek in 1875 door een van zijn zoons die het had laten maken, vermoedelijk naar de tekening uit de fotocollectie Happé. De collectie van het museum Bronbeek zal waarschijnlijk elders ondergebracht worden.


Notitie bij Tinus: De groote Indoheld van Midden Java; ´Tinus Dezentjé´ , bijgenaamd de 'Senôpati´ [voorvechter] (legeraanvoerder over 1000 man) en ´Sergi van Ampèl´ ˜ de Indische Zwijger, ook wel eens genoemd: den waren en werkelijken bedwinger van Diponêgorôs opstand. In de Java-oorlog 1825 tot 1830 onderscheidde ´Tinus Dezentjé´ zich. Daar hij als burger geen militaire Willemsorde kon dragen, versierde men hem met de orde van de Nederlandse leeuw (Virtus Nobilitat) en met de medaille van de Java-oorlog. Deze onderscheidingen draagt hij op het portret tussen talloze militaire afbeeldingen op museum Bronbeek. Dezentjé had getoond, hoe door moed, beleid en opoffering in oorlog zelfs de ambteloze burger zijn vaderland vermocht te dienen, verzekert het Gedenkboek van Bronbeek (Arnhem 1881).




 

Zegel Dezentjé



De onderwerping op 28-03-1830 van Dieponegoro aan luitenant-generaal baron De Kock. Hij was een onwettige zoon van de sultan die de opstand leidde tegen de Nederlanders. `Sultan Djarar' was zelf vredelievend en de Nederlanders goed gezind] ~ zie het artikel Lord of Ampel.


De landen lagen bij Ampèl (het noordwestelijke Soesoehoenansche district van de afdeeling Bojolali, residentie Soerakarta, met de onderdistricten Ampèl, Selo en Tjepògò), waar het oude stam-landhuis zich vertoonde als een versterkte vesting. Zijn landen vormden als het ware een klein koninkrijk, waarvan hij de souverein bleek te wezen. Men zou gemeend hebben bij een inlandse vorst te zijn, zo uitgestrekt was het terrein, dat hij bebouwen liet, zo talrijk waren zijn velden en koffietuinen, zo talrijk de opgezetenen. Tinus is o.a. genoemd in Nederlands Adelsboek 1905, blz 106. Voor zover bekend is ´Tinus´ drie keer gehuwd geweest. De Probandus stamt twee maal af van deze voorvader. ´Tinus´ is zowel in de 6e generatie als OUDOUDER (nr. 54), en in de 7e generatie als OUDGROOTOUDER verbonden aan de Probandus (zie ook consanguiniteit). Het derde huwelijk was met een Solose prinses die de raden-aju-title droeg ˜ Sara Helena Raden AjoeTjondro Kusumo. ´Tinus´ had in totaal 28 kinderen [79 KB] ! Blijkens zijn portret had hij Javaans bloed in de aderen! Klik hier voor een uiteenzetting van zijn kinderen en zijn schoonkinderen: Prinses & FAMILIEGESCHIEDENIS Sénopati van Ampel.





6/54 Johannes Augustinus Dezentjé 6/54 Benoeming tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw 6/54 Landgoed Ampel te Java 6/54 Vijver aan de ingang van het landgoed Ampel te Java 6/54 Encyclopedie
6/54 Ampel te Java 6/54 Brief tijdens Java oorlog 6/54 Begraafplaats waar J.A. Dezentjé ligt 6/54 Overlijdensbericht Algemeen Handelsblad 6/54 Overlijdensbericht


Landgoed Ampel





Hoofdpoort vanaf de weg naar het Landgoed Ampel gezien.


Het huis, 2041 voet hoog gelegen, is in den trant der dalams der prinsen van Solo of der regenten van Java gebouwd en ook zoo ingerigt en gemeubileerd, en met een hoogen en dikken muur als een fort of vesting omgeven, waarop 4 bastions en steenen schildhuisjes gebouwd zijn. Een corps Predjoerits of inlandsche soldaten (schutterij), dat hij zelf had opgerigt, gekleed en uitgerust, bewaakte de hooge poort en betrok des avonds de wacht op den ringmuur. Binnen dien muur zag men een aantal bijgebouwen, wachthuisjes (gardoe), pondoks, vijvers, badplaats, geweren, lansen, pieken, trommen, boschhanen (ayam-alas) onder koerongans (kooijen, in den vorm van een kinder-loopmand), tortelduiven (perkoetoet en tjikoekoer), en verder een groot gamlang-spel, een groote klok of bengel (lontjing), in één woord al de omgeving, die men bij de inlandsche vorsten en regenten aantreft.



Tarima Dengen Girang

Voorzijde landgoed Ampel op Java Nederlandch Indië ~ wij ontvangen u met blijdschap


Beeld ingang Landgoed
Ampel op bordes links
Beeld op het bordes midden Beeld ingang Landgoed
Ampel op bordes rechts



















6/54 Johannes Augustinus Dezentjé

Publicatie Nederlandsche Staatscourant:



Benoeming tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw.






Gevolgen statuut 06-05-1823 in publikatie 1827

Het cultuurstelsel werd door koning Willem I ingevoerd om de zwaar verliesgevende kolonie Nederlands-Indië winstgevend te maken voor de Nederlandse schatkist. Het koloniale bestuur nam zelf de leiding bij de bedrijfsmatige exploitatie van bevolking en grond. Onder toezicht van de koloniale ambtenaren werd de inheemse bevolking gedwongen tegen een laag en vooraf vastgesteld plantloon producten voor de Europese markt te verbouwen.
Op 6 mei 1823 vaardigde de Gouverneur van der Capellen het besluit uit dat bepaalde dat per 31 januari van het volgende jaar ieder huurcontract zou vervallen. De verhuurders moesten de pacht - die vaak voor jaren was vooruitbetaald - teruggeven en huurders eventueel schadeloosstellen voor gedane investeringen. Pachters en huurders van gronden in de Vorstenlanden waren overrompeld, zo ook Johannes Augustinus Dezentjé. Europeanen, Nederlanders, zowel als vreemden en Chineesen hadden, in het grondgebied van den Keizer van Mataram, en van den Sultan van Djocjocarta, van Vorsten, Prinsen, en van de Adiepatlie, landerijen in huur of pacht genomen. Zij hadden op de landen, met een gelukkig gevolg, veelbelovende koffietuinen aangelegd.


Pioneer of plantations in Surakarta

Johannes Augustinus Dezentje atau yang lebih dikenal dengan nama Tinus adalah pionir dari perkebunan di tanah Surakarta. Ia adalah putra dari August Jan Casper yang merupakan pengawal Eropa untuk raja Kasunanan Surakarta. Sang ayah, August Jan Casper, pada tahun 1816 menyewa sebuah tanah apanage milik Kasunanan Surakarta. Tanah yang disewanya itu membentang dari Salatiga, Ampel, hingga Boyolali. Dan pada akhirnya tanah yang ia sewa ini diwariskan kepada sang anak yaitu Johannes Augustinus Dezentje. Di sinilah legenda perkebunan dari Ampel bermula.
Johannes Augustinus Dezentje, beter bekend als Tinus, was een pionier van plantages in Surakarta. Hij was de zoon van August Jan Casper, de Europese lijfwacht van de Surakarta Sunan-koning. De vader, August Jan Casper, huurde in 1816 akkerland van de Surakarta Sunanaat. Het gehuurde land [Centraal Java] strekte zich uit van Salatiga, Ampel, tot Boyolali. En uiteindelijk werd het land dat hij huurde geërfd aan het kind, Johannes Augustinus Dezentje. Dit is waar de plantagelegende van Ampel begon.

Johannes Augustinus Dezentje, better known as Tinus, was a pioneer of plantations in Surakarta. He was the son of August Jan Casper, the European guardian of the Surakarta Sunan king. The father, August Jan Casper, rented farmland from the Surakarta Sunanaat in 1816. The rented land [Central Java] stretched from Salatiga, Ampel, to Boyolali. And finally the land that he rented was inherited by the child, Johannes Augustinus Dezentje. This is where the plantation legend of Ampel started.


Solose pionier landhuurder Java

Dessa’s

De hieronder genoemde 19 dessa’s op het eiland Java vanaf 1820, [het dorp als gemeente, benevens de gronden, die er bij behoren] werden gehuurd door Johannes Augustinus Dezentjé van het sultanaat Surakarta.

HOOFDPLAATS WAS AMPEL EN VORMDE DE EERSTE DESSA, DE ANDERE DESSA’S WAREN





Deze dessa’s werden gevormd door 29 djoengs!

Djoengs

Een stuk land, de grootte hangt af van de bodemgesteldheid en situatie, geschikt is om vier gezinnen te onderhouden. Het gebied van apanage-houders [toelage aan leden van een vorstenhuis ] werd in djoengs uitgedrukt.

IN 1826 VOLGDEN NIEUWE CONTRACTEN [ZIE HIERONDER] VOOR RESPECTIEVELIJK 15 & 20 JAAR. HOOFDPLAATS BLEEF AMPEL. TESAMEN 374 DJOENGS!

Note:
GETASSAN stond ook bekend als LEBAK & WRINGIN ANOM
PLAVOR stond bekend als DALANGAN & WONO SARI







Patrabasanta kepada Desenje, 08-06-1829

Perjanjian tentang sewa tanah di Dohari milik Kyai Ngabei Patrabasanta oleh Tuan Johanis Agustis sebesar 320 reyal setiap tahun, dan tanah itu disewakan selama 15 tahun. Selama waktu ini tidak akan ada perubahan besarnya ongkos sewa tanah. Tanah ini akan dibikin apapun oleh Tuan Johanis, Patrabasanta tidak ikut campur. Hanya saja bila di atas tanah itu didirikan bangunan/rumah, begitu habis masa sewa, bangunan itu milik Tuan Johanis, tetapi harus dibongkar, dan beaya pembongkaran oleh Tuan Johanis sendiri. Tetapi bila di atasnya ditanami pohon besar/tahunan, padahal waktunya habis, maka tanaman itu adalah hak milik Patrabasanta, dan Tuan Johanis tidak boleh mengambil atau merusaknya. Juga tidak dibenarkan apabila hal itu dikaitkan dengan pihak yang dipersulit, apalagi Tuan Johanis berusaha melibatkan orang-orang yang jahat untuk mengancam keselamatan Patrabasanta.
 
De overeenkomst over het leasen van grond in Dohari die eigendom is van Kyai Ngabei Patrabasanta door de heer Johanis Agustis, is elk jaar 320 reyal en het land wordt 15 jaar lang verhuurd. Gedurende deze tijd zal de hoeveelheid grondhuur niet veranderen. Op dit land mag alles door Mr. Johanis worden verbouwd, Patrabasanta zal zich er niet mee bemoeien. Als er een gebouw / huis op het land wordt geplaatst, is het gebouw na afloop van de leaseperiode eigendom van de heer Johanis, maar moet het worden gesloopt en zijn de kosten van de sloop voor rekening van de heer Johanis zelf. Maar als hij een grote boom / eenjarige heeft geplant, hoewel de tijd om is, dan is de plant het eigendom van Patrabasanta en mag de heer Johanis hem niet nemen of beschadigen. Het is ook niet gerechtvaardigd als Johanis probeert kwaadaardige mensen te betrekken om de veiligheid van Patrabasanta te bedreigen.

The agreement on leasing land in Dohari owned by Kyai Ngabei Patrabasanta by Mr. Johanis Agustis is 320 reyal every year, and the land is leased for 15 years. During this time there will be no change in the amount of land rent. On this land anything may be grown by Mr. Johanis, Patrabasanta will not interfere. However, if the building / house is erected on the land, once the lease period expires, the building belongs to Mr. Johanis, but must be demolished, and the cost of demolition will be of Mr. Johanis himself. But if he has planted on a large tree / annual, even though the time is up, then the plant is the property of Patrabasanta, and Mr. Johanis may not take or damage it. Nor is it justified if he is related to any party that is to threaten the safety of Patrabasanta.


Punika sêrat kula pratôndha Kiyai Ngabèi Patrabasônta abdi dalêm panèwu gamêl, kacêpênga dhumatêng Tuwan Johanis Agustis Dhesênje.

Mila kula anyêpêngi sêrat kula pratôndha, dene Tuwan Johanis amaosi gêgadhuhan kula siti dhusun ing Gondhang kawêdalan satabonipun cacah damêlipun tiyang wolu, tanah ing Dhohari, kapaosan tigang atus kalih dasa reyal ngênêm likur wang, ing dalêm sataun. Lumados kaping kalih, ing garêbêg Mulud satus sawidak reyal, ing garêbêg Siyam satus sawidak reyal, pêjah samukawis namung gêsang krig aji (pagunungan), kalih yèn garêbêg utawi bibrah griya pajang pasisiran sasamènipun lumadosa tiyang wolu, dene jangji kula lamènipun gangsal wêlas taun, dening salêbêting gangsal wêlas taun siti kalih jung wau kajênanga kaebora dhatêng Tuwan Johanis. Kula sampun botên anguningani, sarta kula botên kenging yèn angindhakna paosipun ing salêbêting gangsal wêlas taun. Kalih dening ing mangke kula sampun tampi yatra kêncengan benjing paosipun ing ngajêng satêngah taun kathahipun satus sawidak reyal ngênêm likur wang, dening panyêngklongipun kêncengan wau, benjing ngajêngakên temponipun kirang satêngah taun. Ananging ingkang botên tumut ingkang kajawi siti kalih jung wau, pun Jaka ungak sabau, pun Pakèl sabau, padhukuhan pun Kêrêp ingkang rumêksa pasareyan têtêpa dados têdhinipun lami, kalih semahanipun sadhèrèk kula kawan pemahan sarta palakirnanipun, punika sami mintaa atas, mawunga wontên kula piyambak, kados mêkatên malih upami Tuwan Johanis adamêl griya tembok utawi gêdhong sapanunggilanipun, môngka griya wau botên kausung utawi botên kabibrah, ing sasampuning gangsal wêlas taun, punika kula botên kenging yèn kaprêdia anglintoni ing wragadipun. Sanajan kabibraha utawi kausunga, mênggahing bau suku inggih angamungna Tuwan Johanis piyambak, wondening mênawi Tuwan Johunis ananêm têtanêman kang têtaunan, kados ta kopi utawi marica sasamènipun, yèn sampun tempo gangsal wêlas taun, [ta...]


[...un,] punika botên kenging Tuwan Johanis, yèn anêdhaa lintu ing wragadipun dhatêng kula, sarta botên kenging angrisaka tanêman wau, atas punika tilara kadarbea dhatêng kula, mênggahing prajangji kula malih dhumatêng Tuwan Johanis, ênggènipun maosi siti gêgadhuhan kula kalih jung wau, botên kenging yèn angrisaka dhusun-dhusun punapa dening angathèrakên paos utawi andêdangu paos, kados ta paos Mulud kantos katanggalan Rabingulakir, kados ta paos Siyam, kantos katanggalan Dulkangidah, punika amêsthi botên kenging, ingkang saupami Tuwan Johanis purun-purun anêrak ing jangji kula ingkang kasêbut ing ngajêng wau sêdaya, sanajan dèrènga dumugi ing jangji gangsal wêlas taun, amêsthi kenging siti dhusun kula kalih jung wau kula dhèdhèl tanpa prakawis siti mantuk dhatêng kula, yatra kêncengan kula damêl ical, Tuwan Juhanis botên kenging amrakawis sabab punika wau amêsthi narimah, dene ing mangke Tuwan Johanis atampi siti cêmêngan. Benjing dumugi temponipun gangsal wêlas taun siti mantuk dhatêng kula malih tanpa prakawis warni cêmêngan. Kalih benjing samangsanipun ngajêngakên tempo botên kenging Tuwan Johanis, yèn ananêma têtanêman wontên sabin ingkang kalangkung umur tigang wulan. Yèn saupami katanggêlan tanêm tuwuhipun ingkang sampun kalêrês gadhahanipun Tuwan Johanis, kados ta pantun, utawi têbu sasamènipun, kula inggih angantosakên ing sarêsikipun, dening ingkang mungêl sêrat punika, yèn wontên apêsipun salah satunggil, kula kalih Tuwan Johanis, inggih aliwarisipun ingkang andugèkna, kalih dening wêwalêr kula dhumatêng jêngandika Tuwan Johanis, sampun purun-purun angingu utawi angubungi tiyang durjana, lan sêdaya kang kalêbêt padamêlan awon, sampun purun anglampahi, ingkang saupami purun anglampahi, amêsthi jêngandika amanggih dêdukaning parentah agêng, poma-poma sarupaning wong rong jung ing Gondhang wêdêlan kabèh, padha pêkênira manut pituruta marang parentahe Tuwan Johanis Agustinis Dhesênje, taha yèn tan manut pituruta atanapi yèn tan angèstokna, [angè...]


[...stokna,] tamtu uga yèn pakênira padha nêmu bilai kang luwih bangêt.

Sinêrat ing dintên Sênèn Pon tanggal kaping nênêm, wulan Bêsar ing taun Ehe angkaning warsa 1756.


soenanaat Soerakarta & sultanaat Yogjakarta

Door onderlinge twist en de intriges van de VOC werd het Mataramrijk in 1743 gesplitst in het soenanaat Soerakarta en het sultanaat Yogjakarta, vandaar dat Johannes Augustinus Dezentjé zaken deed met beiden.

Due to mutual controversy and the intrigue of the VOC, the Mataram empire was divided in 1743 into the sunnanate Surakarta and the sultanate of Yogjakarta, hence Johannes Augustinus Dezentjé did business with both.


P a k u b u w a n a VII & D h è s ê n j e 1831

Pèngêtan Kagungan Dalêm Siti Dhusun Karaton Surakarta saha Ngayogyakarta nalika Jaman Ingkang Sinuhun Pakubuwana VII

The House of Representatives of the Surakarta Kingdom and the Trust during Jaman Ingkang Sinuhun Pakubuwana VII














Danureja kepada Dezentje

Pada naskahSD juga memuat surat piagam Kanjeng Raden Adipati Danureja yang dipinjamkan kepada tuan Johanes Agustinus Dezentje di Ampel. Pada intinya tuan Johanes Agustinus Dezentje meminjam surat piagam dan membayar pajak tanah dan desa kepunyaan kerajaan, berikut ini nama-nama desanya.

(Terjemahan: Pengingat, ini surat piagamku Kanjeng Raden Adipati Danureja telah disewa kepada saudara tuan Johanes Agustinus Dezentje di Ampel)

Herinnering, Het manuscript bevat het charter van Kanjeng Raden Adipati Danureja, dat aan de heer Johannes Augustinus Dezentjé te Ampel land pachte. Johannes Augustinus Dezentjé betaalde de koninklijke grond en dorpsbelastingen die tot het koninkrijk behoren, de volgende zijn de namen van zijn dorpen.


Sunan Pakoeboewana VII [1796-1858] Sultanaat Soerakarta [1830-1858]
Surat keterangan Sunan Pakubuwana VII kepada Dezentje

Pada naskah SD memuat surat perjanjian Sunan Pakubuwana VII dengan Dezentje. Dalam surat tersebut diceritakan bahwa Yohan Isaac van Sevenhoven selaku komisaris keraton Surakarta dan Yogyakarta telah menunjukkan surat piagam milik Raden Adipati Danureja yang disewa oleh tuan Johanes Agustinus Dezentje kepada Sunan Pakubuwana VII.

(Terjemahan: Sunan Pakubuwana VII yang bertahta di keraton Surakarta menjelaskan bahwa Yohan Isaac van Sevenhoven selaku komisaris keraton Surakarta dan Yogyakarta telah menunjukkan surat piagam milik Raden Adipati Danureja yang disewa oleh tuan Johanes Agustinus Dezentje)
 
Het SD-manuscript bevat een akkoordverklaring van Sunan Pakubuwana VII met Dezentje. In de brief werd gemeld dat Yohan Isaac van Sevenhoven als commissaris van het paleis van Surakarta en Yogyakarta het charter van Raden Adipati van Danureja presenteerde, gehuurd door wijlen Johannes Augustinus Dezentjé van Sunan Pakubuwana VII.


Keraton Yogjakarta

Sultan Hamengkubuwono II [1750-1828] Sultanaat Yogjakarta [1792-1810/1828]

Hamengkoeboewono II regeerde voor het eerst van maart 1792 tot december 1810 en werd opgevolgd door zijn zoon Hamengkoeboewono III
Hamengkoeboewono II regeerde voor de tweede maal van 28 december 1811 tot juni 1812 en werd wederom opgevolgd door Hamengkoeboewono III
Hamengkoeboewono II regeerde voor de derde maal van 17 augustus 1826 tot zijn dood op 3 januari 1828 en werd ditmaal opgevolgd door zijn achterkleinzoon Hamengkoeboewono V
Sultan Hamengkubuwono V [1820-1855] Sultanaat Yogjakarta [1823-1855]


Surat perjanjian Sultan Hamengkubuwana II dan Dezentje

Pada naskah SD juga surat perjanjian Sultan Hamengkubuwana II yang berada di Keraton Yogyakarta dengan Johanes Agustinus Dezentje di Surakarta. Surat perjanjian tersebut memuat 11 bab perjanjian.

(Terjemahan: inilah surat perjanjian Sultan Hamengkubuwana II yang berada di Keraton Yogyakarta dengan Johanes Agustinus Dezentje di Surakarta)
 
In het manuscript staat een akkoordverklaring van Sultan Hamengkubuwana II die in het Yogyakarta-paleis was met Johanes Agustinus Dezentje in Surakarta. De overeenkomst bevat 11 hoofdstukovereenkomsten.


Surat keterangan Sunan Pakubuwana VII kepada Dezentje

D
alam naskah SD memuat pernyataan Sunan Pakubuwana VII di keraton Surakarta yang menerangkan Yohan Isaac van Sevenhoven selaku komisaris keraton Surakarta dan Yogyakarta sudah menunjukkan surat piagam Sultan Hamengkubuwana V yang dipinjamkan kepada Johanes Agustinus Dezentje.

(Terjemahan: Sunan Pakubuwana VII di keraton Surakarta yang menerangkan bahwa Yohan Isaac van Sevenhoven selaku komisaris keraton Surakarta dan Yogyakarta sudah menunjukkan surat piagam Sultan Hamengkubuwana V yang dipinjamkan kepada Johanes Agustinus Dezentje)
 
Sunan Pakoeboewana VII in Surakarta paleis legt uit dat Johan Isaac van Sevenhoven als commissaris aan het hof van Surakarta en Yogyakarta een charter van Sultan Hamengkubuwono V [Sultanaat Yogjakarta] heeft getoond dat land is uitgeleend aan Johannes Augustinus Dezentjé.

Sunan Pakuburana VII in Surakarta Palace explains that Johan Isaac van Sevenhoven, as commissioner at the court of Surakarta and Yogyakarta, has shown a charter of Sultan Hamengkubuwono V [Sultanate of Yogjakarta] that land has been lent to Johannes Augustinus Dezentjé.


1837





1840



Koffiecultuur op Java

Bijlaag van het Algemeen Verslag der uitkomsten van het onderzoek betreffende de koffijcultuur op Java. Betreft twaalfjaring overzicht van de koffiecultuur op Java. Zowel Dezentje's landgoed [hij was al overleden] staat hier genoemd als zijn Schoonzoon Wilhelm Hilling [Gen. 6 Nr.: 50 OUDOUDER].




Genoemd de boedel van Johannes Augustinus Dezentje op Ampel [verlenging huurcontract] Betreft Districten Boijoalie en Ampel; percelen: Soekaboemie/Ampel/Gedaren/Lebak /Tompe/Kaijoemas


Enkele van de hier bovenvermelde ondernemingen werd besloten ze te verkopen in 1841. We zien hier als berederaar van de boedel ondermeer Wilhelm Hilling, de schoonzoon van Johannes Augustinus Dezentje.


De ondernemingen werden uiteindelijk verkocht in 1862 door de oudste zoon van Johannes Augustinus Dezentje die Arnoldus Bernardus Christianus Dezentjé genaamd was.




Staten Generaal 14-03-1849





Louis Couperus gaf in zijn 'Stile Kracht' een beeld van de familie [beschreven in het boek als de familie 'Le Duce']. Om de hoofdrolspelers in het boek heeft Couperus nog veel meer personen gegroepeerd, zoals de familie De Luce die op een suikerplantage woont en de Regent en zijn familie, de vertegenwoordigers van het oorspronkelijke Indische gezag. Het boek heeft zeker een werkelijkheidsgehalte wat de hoofdfiguren betreft. ‘Adrien (Addy) de Luce’ is terug te voeren op een lid van de grote familie Dézentjé. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze familie het landhuis Ampel op Midden-Java bewoond heeft.


Op 22 januari 1939 schreef Johannes Augustinus Dezentjé, wat zijn laatste bericht zou worden, in de Javaanse Courant [in november van dat jaar zou hij komen te overlijden]. Het betrof het intrekken van de generale procuratie van zijn schoonzoon Wilhelm Hilling [gen VI. No. 50, zie hierboven] in verband met zijn op handen zijnde vertrek naar Nederland alwaar hij onder andere te Amsterdam bij de Zoölogische Societeit Natura Artis Magistrata een van Sourtacarta afkomstig Boa Contrictor van 23 voet [7 meter] cadeau zou doen.


Er waren vele (28 !) kinderen [79 KB] , slechts één kind uit zijn eerste huwelijk [zijn vrouw sterft in het kraambed], twaalf kinderen van zijn tweede vrouw [ook zij sterft in het kraambed] en zeven van zijn derde vrouw. De andere kinderen die geboren zijn waren waarschijnlijk buitenechtelijk .

In 1839 overleed Johannes Augustinus Dezentjé onverwacht, op zijn landgoed Ampel. Hier is een brief, geschreven twee jaar voor zijn dood op 2 augustus 1836 (over 170 oud) aan zijn kinderen in Nederland.
There were a lot of children (28!) [79 KB] , only one child was born out of his first marriage [his wife died during labor], twelve children were by his second wife [who also died during labor] and seven by his third wife. The other children were most likely illegitimate.
In 1839, Johannes Augustinus Dezentjé died unexpectedly, by falling of his horse, on his estate in Ampel. Here is a letter written two years before his death 2nd August 1836 (over 170 years old) to his children in The Netherlands.




Verzorging [regeling betaling penningen] van vijf minderjarige kinderen die zich op 31 Januati 1840 in Nederland bevonden. Nieuws van het overlijden van Johannes Augustinus Dezentjé op 7 november 1839 had hen toen nog niet bereikt.


Het graf van Johannes Augustinus [Tinus] Dezentjé op de privé-begraafplaats te Bojolali is niet precies te localiseren. Dit komt met name door het feit dat in 1950 de graven geplunderd zijn. Alle marmeren plaquettes en andere belettering met de data, familie- en plaatsnamen zijn van de graven verwijderd. Wel ligt hij zeer waarschijnlijk in het aanwezige mausuleum.

Sinds 2020 heeft de begraafplaats de status van Cultuur Monument gekregen. De restauratie van de begraafplaats vond plaats door Bangunan Peninggalan Cagar Budaya [PBCB] = Renovatie van resten van cultuur maximaal begroot op 5 miljard RPH en max 5 jaar durend. Minpuntje is dat het meer gaat om een renovatie dan om restuaratie waardoor de oude graven feitelijk niet meer zichtbaar zijn [100.280 KB] .

Het graf van Johannes Augustinus Dezentjé zijn eerste vrouw Johanna Dorothea Boode was op Passar-kliwon ook geplunderd geweest.
The grave of Johannes Augustinus [Tinus] Dezentjé on the private cemetery in Bojolali cannot be located precisely. This is mainly due to the fact that the graves were looted in 1950. All marble plaques and other lettering with the dates, family and place names have been removed from the graves.

IN 2020 the cemetery had received the status of a Cultural Monument. The restoration of the cemetery has been done by Bangunan Peninggalan Cagar Budaya [PBCB] = Renovation of remains of culture budgeted at a maximum of 5 billion RPH and lasting a maximum of 5 years. The downside is that it is more about a renovation than a restoration, so that the old graves are no longer visible [100.280 KB] .

The grave of Johannes Augustinus Dezentjé's first wife Johanna Dorothea Boode had also been looted at Passar-kliwon.














6/54 & 55 Huwelijk Johannes Augustinus Dezentje & Henriëtta van de Bergen


Hij trouwde 31 jaar oud op 18 mei 1828 in Soerakarta Solo Nederlandsch Indië. Het huwelijk werd aangegaan met:



VI/54&55 Almanak Nederlandsch-Indië


55 Henriëtta van de Bergen (Feijntje) [Gen. 6 Nr.: 55 OUDOUDER] Volgens opgave geboren op 12-04-1804 Soerakarta (Solo) Nederlandsch Indië. Rooms-Katholiek gedoopt op 16-04-1828 Ampel (res. Soerakarta) ~ Doopgetuige & peter [susceptor] was Fredericus Philippus Franciscus Darlang [hij huwt 21-04-1844 met Johanna Helena van Rhijn te Soerakarta]. Echter; bij de doop wordt dezelfe geboortedatum opgegeven als haar man Johannes Augustinus Dezentje! Omdat zij pas in 1828 Rooms Katholiek gedoopt is en dezelfde geboortedag is gekozen van haar echtgenoot & dat zij 30 jaar oud was toen zij stierf; is zij ca 1802 geboren en niet in 1804 [toen Henriëtta overleed 19 aug 1832 zette haar man in een rouwadvertentie dat ze 30 jaar was en kan zij dus niet in 1804 zijn geboren].



DOOP / BAPTISM







In Sourakarta 12 Aprilis 1804 est nata et in Ampel 16 Aprilis 1828 est baptisata Henrietta van de Bergen, filia legitima parentum infidelium e china quorum nomina non constant. Susc. Fredericus Philippus Franciscus Darlang.

Te Soerakarta geboren 12 april 1804 [1802?] en op 16 april 1828 gedoopt Henriëtta van de Bergen, wettige dochter van ongelovige Chinese [Tionghoa] ouders wier namen niet vaststaan.




Er was een reden waarom zij zich zo laat in haar leven Rooms Katholiek liet dopen. Een huwelijk van christenen en niet-christenen was toen wettelijk verboden [zie het artikel PARENTUM INFIFELIUM]. Henriëtta liet zich een maand voor haar huwelijk Rooms Katholiek dopen. Dit is op zich vreemd omdat haar toekomstige echtgenoot Johannes Augustinus [Tinus] van gevluchte Hugenoten afstamde. Voor zover bekend was hij Protestant. Henriëtta van de Bergen was van ongelovige ouders uit China volgens het doopboek. Vaak nam men christelijke (Europese) namen aan bij zo’n late doop. Foto's van haar kinderen wijzen niet op een Chinese afkomst. Toch is dit zeer waarschijnlijk wel het geval. In de rouwadvertentie schrijft haar man dat zij een zorgende moeder was voor acht kinderen. In het onderstaand overzicht staan in totaal twaalf kinderen genoemd, waarvan de eerste in 1820 wordt geboren. Henriëtta zou toen 17 jaar oud zijn geweest. Dat dit niet ongewoon is, zien we bij haar schoondochter Johanna Dorothea Charlotte Dezentje, de dochter uit het eerste huwelijk van haar man met Johanna Dorothea Boode, die huwde toen zij 15 jaar oud was en op haar 16e haar kind kreeg! Van de eerste drie kinderen van Henrëtta weten we dat haar man hen in 1825 wettigde bij het Hooggerechtshof te Batavia. Hun moeder werd toen opgegeven als zijnde de Chinese vrouw Feijntje. De akte vermeldde ook de geboortedata van de drie kinderen, wat klopt; het eerste kind Arnoldus Bernardus Christianus werd geboren 22 febr 1820.





07-10-1825 Hooggerechtshof Batavia





15-11-1825 Hooggerechtshof Batavia



Maar waarom dan alleen vermelding van 8 kinderen? Haar man heeft bij haar overlijden aangegeven dat er nog acht kinderen in leven waren. Onderstaand overzicht laat duidelijk zien dat vier kinderen al waren overleden.



 
Arnoldus Bernardus Christianus Dezentjé 22-02-1820/ 31-10-1878 Johanna Philippina Dezentjé 14-06-1821 / 24-10-1891 Arnold Robert Dezentjé 08-07-1822 / 27-10-1856 Adrianus Bartholomeus Dezentjé .. -04-1824 / 05-01-1860 Ampellina Margaretha Albertina Dezentjé 22-01-1825 / 09-07-1825 Ampellius Ferdinandus Dezentjé 12-01-1826 / 05-02-1888
     
August Jan Casper Dezentjé 21-02-1827 / 23-01-1856 Diederik Alexander Dezentjé 31-03-1828 / 04-07-1829 Diederik Bartholomeus Dezentjé 19-09-1829 / .. - .. 1829 Johannes Augustinus Dezentjé 18-10-1830 / 25-07-1831 Helena Susanna Dezentjé 18-08-1831 / 26-06-1897 Johannes Augustinus Dezentjé 19-08-1832 / 02-10-1903


Voordat het huwelijk gesloten werd, waren er nog zeven kinderen geboren. Waarom het huwelijk pas in 1828 werd gesloten is te verklaren door het feit dat Johannes Augustinus Dezentje als enige Europese Senopati betrokken was geweest in de Java oorlog tussen 1825 en 1830. Zo weten we met zekerheid [uit een huwelijksakte; zie hieronder bij Officiële documentatie] dat één van de kinderen dat onecht geboren werd uit Henriëtta haar zoon Ampellius Ferdinandus Dezentjé 12-01-1826 [zie het artikel Famous Poet] was. Dit past precies met de vermeldingen bij de andere buitenechtelijke kinderen en hun onbekende moeder. Het eerste kind dat na de Java oorlog werd erkend is Helena Susanna Dezentjé, geboren 18-08-1831 Soerakarta. Zij is de betovergrootmoeder waar de probandus Marnix Alexander de Paula Lopes van af stamt.
Voorts is de naam Henriëtta van de Bergen 'non existent' voor haar doop op 18-04-1828! Al met al voldoende bewijzen dat Henriëtta van de Bergen één en dezelfde is als de Chinese vrouw Feijntje.

Note: nadat Henriëtta overleed, is haar echtgenoot op een gegeven moment gehuwd met een inlandse prinses [Sara Helena Raden Aijoe Tjondro Koesoemo]; ook zij liet zich Rooms Katholiek dopen!



Officiële documentatie

VI/55 Dit is één van de officiële documenten die gevonden zijn waarop Henriëtte van de Bergen vermeld is. Het betreft een broer van Helena Suzanna Dezentje, waar de Probandus Marnix Alexander de Paula Lopes van afstamt. De naam van deze broer is Ampelius Frederikus Dezentjé. Hij huwt [te Amsterdam als enige van alle kinderen] op 51 jarige leeftijd met de adelijke Maria Adriana Clifford Kocq van Breugel. Het betrof een bijzonder huwelijk; op het document staat dat hij geen beroep had; dat komt omdat hij blind was. NB. ook zien we de zoon van de doopgetuige van Henriëtta van de Bergen, de heer Franciscus Darlan uit Arnhem, die mede dit document ondertekend heeft! Daarnaast valt het op dat ook Hendrik Johannes Enderlein het document ondertekend heeftt; hij was een Nederlands militair en politicus. Enderlein was de tweede minister van Oorlog in het kabinet-Heemskerk-Van Lynden van Sandenburg. Hij was officier bij de genie en directeur der militaire verkenningen.


Bijzonder is nog te vermelden dat de zus van Jonkvrouw Maria Adriana Kocq van Breugel, bekend met de naam Jonkvrouw Justine Georgette Caroline Clifford Kocq van Breugel, [dus een zus van de schoondochter van Henrietta van de Bergen] gehuwd was met Ds [Dominee] Marie Adrien Perk. Zij waren de ouders van de beroemde Jaques Fabrice herman Perk [genoemd naar zijn opa Jaques Fabrice Herman Clifford Kocq van Breugel].
Familiewapen Kocq van Breugel Jaques Fabrice Herman Perk




VI/55 Dit is één van de officiële documenten die gevonden zijn waarop Henriëtte van de Bergen vermeld is. Het betreft een zoon van Henriëtta & Tinus die de namen van zijn vader draagt; Johannes Augustinus Dezentje. Hij is het laatste kind in een rij van twaalf. Zijn moeder sterft in het kraambed tijdens zijn geboorte. Hij is hier te zien in een extract van het Militaire Stamboek uit 1851.


Henritëta is overleden op 19-08-1832 [Regerings almanak 1833/266] in Ampel (Jawa Barat [Djawa Barat] res. Soerakarta) Nederlands Indië, 30 jaar oud. Zij stierf in het kraambed.
Notitie bij Henriëtta: Ook bekend als ~ Henriëtte van den Berghen.







Overlijden Henriëtta van de Bergen


Op de privé begraafplaats Dezentjé in Bojolali is er slechts één traditionele Chinese tombe, een zogenaamde 'bongpay' [makam berbentuk seperti bongpay atau makam Tionghoa]. Het is zeer aannemelijk dat dit het graf is van Henriëtta van de Bergen omdat zij Chinees was en de tweede vrouw was van Johannes Augustinus Dezentjé.


Kind van Tinus en Henriëtta:
I. Helena Suzanna Dezentjé [Gen. 5 Nr.: 27 BETOVERGROOTOUDER] (Zie 27)



VERVOLG

ZIE GENERATION VI tertium



NAAR BOVEN / TO TOP OF PAGE