|
|
|
| GENERATIE V |
|
|
|
Generatie 5 (betovergrootouders)
|
16 Joaquim de Paula Lopes [Gen. 5 Nr.: 16 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 13-02-1809 in Lisboa, Estremadura, Reino de Portugal e dos Algarves. Bij de doop van Joaquim was de volgende getuige aanwezig: Jose de Sousa [José Ferrão de Mendonça e Sousa]. Hij is gedoopt op 13-03-1809 in Lisboa, Reino de Portugal e dos Algarves. NB. Dit is hetzelfde geboortejaar van Abraham Lincoln! Notitie bij de geboorte van Joaquim: Parochie of Anjos. Zie het artikel: ''De Paula Lopes' name.
|
|
|
|
|
Joaquim heeft een jongere broer gehad met dezelfde naam die bij zijn geboorte gestorven is; Aos 26 de Março de 1808 na Igreja de Nossa Senhora do Socorro baptizei solenemente a Joaquim, que nasceu a 25 de Janeiro passado, filho de Francisco de Paula Lopes dos Santos e de Maria Teodora residentes da Rua do Paço do Benformoso e recebidos nesta Igreja. Foi padrinho José da Costa Guimarães.
|
|
Em treze de março de mil oitocentos e nove, nesta Paroquial dos Anjos, o reverendo coadjutor Bernardo Joze Marques baptizou Joaquim, filho de Francisco de Paula Lopes dos Santos baptizado na freguesia de Santo Andre, desta cidade, e de Maria Theodora, baptizada na de Sao Nicolao, recebidos na Nossa Senhora do Socorro e moradora nesta dos Anjos .... da Cruz. Nasceu aos treze de fevererio passado. Padrinho foi Ao ó Jose de Souza. E para constar fiz este termo. José Ferrão de Mendonça e Sousa. |
|
|
The thirteenth of March one thousand eight hundred and nine, in the Parish of dos Anjos, Reverend Bernardo Jose Marques, baptized Joaquim, son of Francisco de Paula Lopes dos Santos baptized in the parish of Santo Andre, of this city, and Maria Theodora [de Sousa], baptized in the parish of San Nicolas, received at Nossa Senhora do Socorro and residents of this Anjos, .... da Cruz. He was born in the thirteenth of February past. His godfather was Jose de Sousa [grandfather, mothers side of the family] and to make it legal he signed it ut supra. José Ferrão de Mendonça e Sousa. |
|
|
Voor de aardbeving van 1755
|
|
|
Antiga igreja dos Anjos, |
Lisboa |
|
|
Na de aardbeving anno 2016
|
|
Prior dos Anjos; José Ferrão de Mendonça e Sousa
|
Tempos de estruturação (1800-06) – A fundação do Grande Oriente Lusitano
A Maçonaria conhecera tão apreciável desenvolvimento em Portugal que, nos finais do século XVIII, se sentia já a necessidade de a enquadrar numa Obediência devidamente estruturada. Em 1797, depois de uma reunião de maçons portugueses e ingleses na fragata Fénix, surta no rio Tejo, em Lisboa, fundou-se a loja Regeneração que, mercê do grande número de iniciações e de filiações, deu origem a várias outras que em diversos pontos do país. Talvez influenciada pelo nome da fragata, de onde resultara a fundação da loja, a Maçonaria renascia forte face aos ataques que a procuravam destruir, tal como a ave mitológica renascera das suas próprias cinzas.
|
|
|
Era a altura propícia para a fundação da tão desejada Obediência nacional. Regressara então a Lisboa Hipólito José da Costa, bacharel em leis e filosofia pela Universidade de Coimbra, e que servira de encarregado de Negócios de Portugal junto dos Estados Unidos da América, para onde fora nomeado em 1798. Fora iniciado maçon, pouco depois da sua chegada, em Philadelphia. Ai trabalhou com dedicação e zelo à glória do supremo arquitecto do universo. Chegado a Portugal, ingressou de imediato numa das lojas da capital, onde adoptou o nome simbólico de "Aristides", sendo, sem dúvida um dos maçons mais conhecedores dos verdadeiros propósitos da Maçonaria. Hipólito José da Costa, que em Lisboa desempenhava o cargo de director da Junta de Impressão Régia, em conjunto com o sacerdote e bacharel em leis José Joaquim Monteiro de Carvalho e Oliveira, prior da freguesia de S. Jorge (Lisboa), e o padre José Ferrão de Mendonça e Sousa, prior da freguesia dos Anjos (Lisboa), avistaram-se com o secretário de Estado da Fazenda, D. Rodrigo de Sousa Coutinho, também ele maçon, a fim de obterem do Estado o reconhecimento da Maçonaria e a promessa de que não se realizariam mais perseguições, o que parece ter sido corroborado pelo príncipe regente, futuro d. João VI. Os portugueses contavam com o apoio do maçon inglês duque de Sussex, radicado, num semi-exílio, em Lisboa, entre 1801 e 1805.
|
V/16 Joaquim de Paula Lopes |
|
|
|
family bible / familiebijbel
|
|
Criptojudeus The reason why it was believed that the ancestors of the probandus Marnix Alexander de Paula Lopes could eventually be cristãos-novos is that both grandfathers of Joaquim de Paula Lopes; Luís Lopes dos Santos and José de Sousa came from regions with big communities of converted jews.
Perseguição da Inquisição Alguns cristãos-novos, porém, permaneceram fieis à sua religião original (sendo assim denominados de marranos ou criptojudeus).
Vervolging van de Inquisitie Sommige nieuwe christenen, bleef echter trouw aan zijn oorspronkelijke religie (de zogenaamde marranos of criptojudeus) en bedachten manieren om hun religieuze overtuiging te verbergen. In 1536 beval João III de installatie van de Inquisitie in Portugal, feitelijk werd hiermee onderscheid gemaakt tussen nieuwe christenen en ‘echte’ christenen. Velen zouden uiteindelijk uit Portugal vluchten. Het staat echter absoluut vast dat de familie De Paula lopes Rooms Katholiek was qua gezindte:
SURPRISING FACT Luís Lopes dos Santos, the grandfather of Joaquim de Paula Lopes, was a Familiar do Santo Officio (i.e. a member of the Holy Inquisition of Lisbon itself!) |
|
|
Emigration to Brazil / Emigratie naar Brazilië
|
|
Waarom naar Brazilië?
In 1807 weigerde Portugal in te gaan op de eis van Keizer Napoleon Bonaparte om toe te treden tot het Continentaal stelsel (embargo tegen Engeland). Een Franse invasie volgde en Lissabon werd ingenomen op 1 december 1807. Twee dagen voor de invasie vertrokken, met behulp van de Britten, 40 schepen met als passagiers de Portugese kroonprins Dom João VI en zijn volledige hofhouding van 15.000 man richting Brazilië.
|
|
|
|
|
'embarcando para Brasil' ~ Vertrek van het Hof naar Brazilië |
|
|
Na de Franse invasie van 1807, door Napoleon Bonaparte, was Portugal in zeer moeilijke economische en Politieke situatie beland.
De Bevolking was ontevreden omdat de landbouw, handel en industrie geruïneerd waren en een ernstige economische crisis veroorzaakte. De Regering van Portugal werd bestuurd door de Britten die niet veel oog hadden voor de Portugese handel. De Portugese handelaren werden daardoor benadeeld en de bevolking werd mede daardoor overbelast. Als gevolg van deze crisis, voelden vele Portugesen zich aangetrokken door de ideeën van vrijheid en gelijkheid, die de Franse Soldaten vers hadden verspreid tijdens de invasie. Na de nederlaag van de Franse troepen in 1814 wilde het Portugese volk meer zelfbestuur. Portugal kende een lange periode van politieke onrust daardoor. Uiteindelijk leidde deze onrust tot een einde van een lang verblijf van de koning in Brazilië, toen zijn terugkeer naar Portugal werd geëist door de revolutionairen.
De liberale revolutie (Revolução Liberal) was het gevolg en brak uit op 24 augustus 1820. De revolutie heeft geleid tot de terugkeer in 1821 van het Portugese Hof van Portugal naar Brazilië. Koning João VI zwoer toen trouw dat hij zou terugkeren naar Portugal [independência ou morte!]. Hij deed dat in 1821 na 14 jaar.
|
|
O Movimento Constitucionalista e a Revolução do Porto de 1820 |
|
|
Portugal ging gebukt onder grote politieke onrust sinds die liberale revolutie. Het liberalisme was geïnstalleerd geweest door een culturele elite. Op 27 mei 1823 was er een tegenbeweging. Het heette Vilafrancada omdat het gebeurde in Vila Franca de Xira en het werd gestart door de koningin Carlota Joaquina van Spanje en haar jongste zoon de Infante Dom Miguel. Koning João VI greep op tijd in en werd de situatie meester. Hij keerde terug naar Lissabon onder een feestelijke stemming en kwam naar het paleis van Bemposta op 5 juni 1823. Francisco de Paula Lopes dos Santos, de vader van Joaquim de Paula Lopes, was een van de bewakers die er was om hem te begroeten! Op 09-06-1823 wordt de vader van Joaquim vervolgens voorgedragen voor de post van Capitão Ajudante dos Privilegiados de Malta da Core. Uit een document van 14 december 1826 blijkt dat hij inderdaad deze post toegewezen had gekregen. De post van de kapitein dat hij bij het korps bezette verhief hem tot wat werd genoemd 'nobreza civil’.
De koningin had aartsconservatieve opvattingen en wilde een kordate regering in Portugal. Haar man wilde echter niet afstappen van zijn geloften aan de grondwet. Carlota Joaquina vormde een alliantie met haar jongste zoon, die zijn moeders conservatieve ideeën deelde. Op 30 april 1824 gebruikte Carlota Joaquina de positie van haar zoon als bevelhebber in het leger, en zij grepen de macht en hielden de koning gevangen in diens Bemposta paleis in Lissabon. Daar probeerde Carlota Joaquina haar man tot een abdicatie te dwingen, en op die manier kon haar zoon Michaël koning worden. Johan VI kreeg echter hulp van burgerij en de Britten, behield zo zijn troon en dwong Michaël om het land te verlaten. Ook de koningin moest in ballingschap gaan, dit was echter maar voor een korte periode.
|
Dit geheel suggereert dat Francisco de Paula Lopes de kant van de liberale partij had gekozen. Dit kan ook verklaren waarom zijn zoon uiteindelijk is vertrokken naar Brazilië, aangezien vele liberalen het erg moeilijk kregen. Joaquim was 17 jaar toen zijn vader de post van Capitão kreeg en dus oud genoeg om zelfstandig een bestaan elders op te bouwen. In dit geval ging hij over zee.
|
|
|
|
|
|
Recife is de hoofdstad van de deelstaat Pernambuco; de stad ligt aan de monding van de rivier de Capibaribe. Voordat de Portugezen er de scepter zwaaiden, was het van 1630 tot 1654 de hoofdstad van de Hollandse bezittingen in Brazilië. Zij waren degene die voor het eerst de kust in beeld brachten. Met de komst van Joaquim de Paula Lopes start de Braziliaanse genealogie van de familie. |
|
|
Beroep: Vendedor / Negociante [Verkoper / Handelaar] Na qualidade de admistrador de armazém de deposito [Kwaliteits-Opslagfaciliteitbeheerder]
|
|
Boa-Vista ontstond al vrij vroeg in de Braziliaanse geschiedenis Zij staat nu op de plek waar de Nederlanders aanvankelijk 'DE STADT MAVRITIVS' stichtten. |
|
|
1832 Um botão de punho de ouro
|
|
|
V/16 Joaquim de Paula lopes verloor op straat een gouden manchetknoop in 1832. Dit is de eerste vermelding van hem die gevonden is in Brazilië [hij was toen 25 jaar oud].
Perdeu-se desde a rua Cotuvelo até o sitio do Coelho, um botão de punho de ouro: quem o achou e quizer restituir, dirija-se a rua do Cutuvelo em caza de Joaquim de Paula Lopes.
Een gouden manchetknoop is verloren van de Rua Cotovelo naar Sitio do Coelho: wie hem heeft gevonden en hem wil teruggeven, ga naar Rua do Cutuvelo in het huis van Joaquim de Paula Lopes. |
|
|
1839 Preso Sub-Prefeito de Freguesia de Boa-Vista
|
V/16 Joaquim de Paula Lopes werd op 30 jarige leeftijd gearresteerd [hij was toen Sub-Prefect van de Parochie Boa-Vista]:
Uwe Ulm. E. de meeste uitstekend. Snr. - Naar verluidt zijn de partijen vandaag door mij ontvangen die gisteren gearresteerd in mijn wijk Antonia. Een zwarte slaaf werd door de Sub-prefect van St. Anthony Parochie, vastgehouden die op de vlucht was en niet de naam van zijn legitieme meester wilde geven; Paulo Rafael, wit, de Commandant van wacht van het Theater, slaakte volslagen hardop aan de deur van hetzelfde Theater obscene woorden; en Manoel Antonio Goncalves, bruin, en Joaquim de Paula Lopes, wit, de Sub-prefect van de parochie van Boa-vista. Dit beroofde uw gerespecteerde politie Commissaris tot daden en het kunnen uitoefenen van zijn bevoegdheden, en dat ten gevolge van hun wanordelijk en verdacht gedrag.
Het gebeurde niet opnieuw meer.
Moge God over u waken V. Exc.
Prefect District Recife
5 April 1839. |
|
|
|
Sub-prefect parochie Boa-Vista [zie arrestatie 05-04-1839]; Een prefect is een titel voor een persoon die een prefectuur geheten bestuurlijk mandaat heeft gekregen van een parochie, de sub-prefect serveert onder de prefect.
|
Adressen: Recife Pernambuco
Rua do Cotuvelo [1832]
Praça da Boa-Vista no. 18 D. 9 [Venda ~ Shop / Taberna (rum); sowieso 15-07-1842, 22-04-1843]
Praça da Boa-Vista no. 15 [Paula Junior & Companhia ~ opgeheven 17-07-1849]
Caes da Alfântega no. 3 [19.01.1858 TAX freguesia San Frei Pedro Gonçalves, 25-02-1858 Kamer van Koophandel]
Caes da Alfântega no. 5A [Warehouse 1860 ~ ARMAZÉNS DE RECOCHER]
|
|
|
|
Essa eu acho sensacional, simplesmente porque não mudou muito, na verdade quase nada. Claro, a paisagem ao fundo mudou, alguns edificações também, a praça agora se chama Maciel Pinheiro. Mas as pessoas vendendo produtos na calçada da esquerda ainda estão lá, a intensa quantidade de gente também, a Igreja também continua com seus companheiros sentados nas escadas, apenas olhando o tempo passar, a fonte é nova e ainda de grande beleza.
Ik denk dat dit sensationeel is, simpelweg omdat er niet veel is veranderd, in feite staat bijna alles er nog. Natuurlijk, het landschap achtergrond zijn veranderd, sommige gebouwen ook en het plein heet nu Maciel Pinheiro. Maar de mensen zijn er nog en de verkoop van producten gebeurd er nog steeds. |
|
|
|
1840 Rapé / Snuff
|
|
Voor de handelsprijs en direct leverbaar, tweehonderdvijftig pond snuif van Lissabon; op het plein Boa-Vista praat met Joaquim de Paula Lopes. |
|
|
1842 Aguardente / Cachaça taberna
|
|
V/16 Joaquim de Paula Lopes verklaart dat hij sinds de 8e dag van deze maand [08-07-1842] gestopt is met de verkoop van de in Brazilië geproduceerde aguardente in zijn tavern aan de plaats Boa-vista District 9.
Portugees: Aguardente, afgeleid van água ardente, vertaald: vurig water. Cachaça (ook aguardente en pinga genoemd) is een populair Braziliaans distillaat op basis van suikerriet. Cachaça is eigenlijk de Braziliaanse naam voor rum.
Cachaça, pinga, cana ou caninha é o nome dado à aguardente de cana, uma bebida alcoólica tipicamente brasileira. É usada como coquetel na mundialmente conhecida "caipirinha". É obtida com a destilação docaldo de cana de cana-de-açúcar fermentado. A fermentação do melaço, também utilizada, também dá origem ao rum. |
|
|
|
1843 Peetouder met toekomstige echtgenote
|
|
V/16 & 17 Igreja Católica. Santíssimo Sacramento. Arquidiocese de Olinda e Recife, Arquivo da Paroquia da Boa Vista: Peetouders Joaquim de Paula Lopes & Maria Ricarda Botelho [Soliteiro; toen nog zes jaar voor hun huwelijk, niet gehuwd] bij de doop op 22-01-1843 van Marcolino, zoon van Sabino José Luiz en Justina Thereza de Jezus. |
|
|
1843 precisa-se de um homem
|
|
22-04-1843 Er is behoefte aan een man die veldwerk begrijpt, en niet te beroerd is om hard te werken. Daarnaast moet hij goed kunnen schrijven en van goede komaf zijn. De wens is om de opzichter van een molen te gebruiken in de wijk van Rio Formoso : Wie de functie past, kan zich melden op het plein met de heren Joaquim de Paula Lopes in zijn winkel aan de Plaats Boa-Vista, Francisco Simöes da Silva, bewoner aan de Rozario weg, of stuur een brief naar João Francisco Santos de Siqueira. |
|
|
1843 hypotheca casa praça da Boa-Vista
|
Voor belangstellenden: 500 reais premie voor een hypotheek op een huis in deze plaza: ga voor de verkoop naar Joaquim de Paula Lopes in de plaza van Boa-Vista No. 18. |
|
|
|
1844 absolvo crime de la cidade do Recife
|
|
Misdaadschrijver van de la stad Recife in Pernambuco & C.
Ik verklaar dat, bij de herziening van het dossier dat in de petitie genoemd wordt, dat het blijkt om dezelfde petitie te gaan en vraagt om een verklaring, dat is als volgt. - ik oordeel de voorliggende samenvatting (van beschuldigingen) tegen de verdachte Joaquim de Paula Lopes ongegrond, als gevolge van de getuige f. tegen f. Naar verluidt, leidde dit tot de maten en gewichten, waarvan hij gebruikt maakt in zijn taverne om te peilen en te meten, en dat was hetzelfde meetmethode, die niet misbruikt werd. Dat kunt u niet ontkennen en het is geen excuus de beklaagde compleet te pakken omdat de klager zich geërgerd heeft. Er was ook geen rechtelijke onderbouwing middels de wet, zoals reeds werd bepaald door de Gemeentelijke rechter, en de rechter van het misdaad recht, vervat in document f . 16; - ik spreek daarom de genoemde Joaquim de Paula Lopes vrij, en de Gemeente moet de kosten betalen.
Recife 22 mei 1844, Jaoquim José da Fonseca. |
|
|
1849 dissolveram amigavelmente a sociedade
|
|
De ondergetekenden attenderen het publiek en in het bijzonder hun crediteuren dat de vereniging tot onderlinge steun, die zich op dit plein bevond, in goede verstandhouding is ontbonden. Gesitueerd op het plein van Boa-Vista n. 15, Paula Junior & Companhia: men ontvangt van collega Joaquim de Paula Lopes uitsluitend compensatie van de Firma van verplichte afschrijvingen via automatische incasso's. Pernambuco, 14 juli 1849 – Francisco José de Paula Junior – Joaquim de Paula Lopes. |
|
|
Ondergetekende doet hierbij aan eenieder weten dat op de eerste dag van de huidige maand [01-08-1849], verkocht is aan de heren Nareiso José Netto e João José dos Santos zijn taverne aan de Praça da Boa-Vista, n. 15, die tot voor kort toebehoorde aan de samenwerkingsmaatschappij Paula Junior & Companhia, en uiteindelijk aan ondergetekende. En zo wordt gezegd dat de heren de rechtmatige eigenaren van de taverne zijn geworden vanaf die dag. Aan hen is door ondergetekende verkocht, vrij van schulden en moeten alle personen die nog transacties hebben die gericht zijn op het opgeheven bedrijf Paula Junior & C. zich melden bij ondergetekende, zoals al eens aangekondigd.
Joaquim de Paula Lopes |
|
|
|
1851 farinha de mandioca
|
|
Te koop [21-02-1851] excellente cassavemeel [bloem] onlangs aangekomen van Santa Catharina, in nieuwe zakken: Verkoop in de plaza van Boa-Vista no. 18, Joaquim de Paula Lopes: grijp uw kans.
Joaquim de Paula Lopes deed kennelijk goede zaken met de handel in cassavemeel. Dit is onder andere aantoonbaar doordat hij zijn handel verplaatste naar een grotere gebouw met magazijn en terrein aan de Caes da Alfândega. |
|
|
Verkoop [12-01-1856] van zakken cassavemeel [bloem], sinds een paar dagen uit het noorden aangekomen en van goede kwaliteit: voor aanschaf; ga dan naar het magazijn voorste oprit nummer 3 van Joaquim de Paula Lopes, of de straat Cruz n. 3, kantoor bedrijf Amorim Broers.
Ook zijn zoon Carlos de Paula Lopes zou na hem de handel in meel voortzetten en hier veel geld aan verdienen [in zijn geval farinha de trigo ~tarwemeel, zie: 1876 declarações Machado, Lopes Compania]. |
|
|
Armazéns de recolher / Verzamelmagazijnen
|
|
|
|
Atualmente este prédio é um shopping de luxo em meio a pobreza. Nesta época a rua ainda era local para conversar, caminhar, vender ou apenas olhar.
Momenteel is dit gebouw een luxe winkelcentrum. Op de afbeelding is nog goed te zien dat de straat een plaats was om te praten, te lopen, te verkopen of gewoon kijken. Alfândega betekent: douane. |
|
|
1855 leilão de cebolas
|
Veiling van veel uien, kort geleden aangekomen van Lissabon, een partij voor tal van kopers; Vandaag, 30 van de huidige maand, om 10 uur, aande voorkant van het magazijn van Joaquim de Paula Lopes Caes da Alfândega. |
|
|
|
1857 theatro lyrico
|
|
Eduardo duBois bought the following lottery tickets, granted by decree no. 875 of September 10, 1856 for the construction of a lyrical theater no. 4411 belongs to: Joaquim de Paula Lopes |
|
|
1858 imposto Caes da Alfândega
|
|
PROVINCIALE VERTEGENWOORDIGING
Lancering 4 procent belasting op de verschillende vestigingen in de parochie van São Frei Pedro Gonçalves gemaakt door de provinciale twijnder Joao Pedro de Jesus Matta voor de financiën van anno 1857-1858
Largo da Alfândega
Joaquim de Paula Lopes 48,000 |
|
|
Armazéns de recolher / Verzamelmagazijnen
|
|
1858 Recife Pernambuco
|
|
V/16 & 17 Peetouders Joaquim de Paula Lopes & Maria Ricarda Botelho bij de doop op 30-11-1858 van Maria, dochter van Ignez Maria da Conceição. |
|
|
1859 Tribunal de Commercio
|
|
Kamer van Koophandel ~ 25 februari 1859
Door het secretariaat van de handels rechtbank te Pernambuco wordt openbaar gemaakt, dat per datum inschrijving, in het desbetreffende boek, de heer Joaquim de Paula Lopes, burger uit Portugal, staat ingeschreven als een opslagplaatsbeheerder, gelegen aan Caes da Alfândega n. 3 deze stad. |
|
|
|
1860 rendas internas
|
|
De uitvoerder van de belastinginning is klaar met het verwerken en het bepalen van de kortingen van huizen in het district van Recife, en waarschuwt de hieronder genoemden, zodat men na verloop van tijd de onderhavige hogere voorzieningen en klachten goed aan de wet kan toetsen; dat hun vestigingen moeten voldoen aan de collectieve fiscale regels. |
|
|
1860 declara ao respeitavel publico desta cidade
|
Ondergetekende verklaart aan de respectabele publiek van deze stad, en speciaal aan de commerciële handel, dat de heer Joaquim de Paula Lopes vanaf dag 3 van de huidige maand [april 1860] niet meer zijn Klerk is, en maakt gebruik van de gelegenheid om hem te bedanken voor de goede samenwerking.
José Antonio Soares |
|
|
|
1860 & 1861 leilão bacalháo
|
|
[24-04-1860] Veiling van kabeljauw door het agentschap Pestana.
Genoemd artikel wordt voor belangstellenden verkocht aan het magazijn van de heer Joaquim de Paula Lopes, tegen de trapladder aande Caes Alfândega: woensdag de 25e van deze maand om 10 uur in de ochtend.
DE 600-700 vaten met uitstekende kwaliteit kabeljauw zullen in een of meer partijen worden geveild. |
|
Veiling, vandaag 30e van de huidige maand [april 1861] onder de hamer; kabeljauw. Bij het magazijn van de heer de Paula Lopes, tegenover trapladder [Caes de Alfândega]. |
|
|
1861 - 1961 escrava de aluguel
|
|
Voor een huis met een kleine familie een slaaf die kan koken, wassen en strijken voor 25 S. Per maand: voor de afhandeling ga naar de José de Barros weg, herenhuis van de chirurg Manuel Bernardiso of naar het magazijn (Recife) van de heer de Paula Lopes |
|
Op 28 mei 1961 werd in de krant aangehaald dat het een eeuw geleden was op 28 mei 1861 dat er een slaaf te huur werd aangeboden door Joaquim de Paula Lopes!
Slaaf te huur
Voor 25 S kunt u een slavin huren die kan strijken, wassen, naaien en een excellente gedrag heeft. Handel in opslag; Joaquim de Paula Lopes, trap van Caes da Alfândega. |
|
|
|
1861 vende-se batatas
|
Joaquim handelde ook in [Engelse] aardappelen.
Verkoop van hele nieuwe aardappelen in het magazijn van Caes da Alfândega No. 3 bij Joaquim de Paula Lopes |
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
1861 irmandade de Santa-Ana
|
|
Tekst op aanvraag
Verkiezing rechter, schrift-geleerde, penningmeester en de meeste bestuursleden van de broederschap van Santa Anna van het Heilige Kruis kerk, voor anno 1860-1861 & 1861-1862
Thesoureiro da irmandade de Santa-Ana da igreja da Santa Cruz na Boa-Vista 1861-1862 [Joaquim werd gekozen tot penningmeester van de broederschap van Santa Ana van de Heilige Kruis kerk] Nb. zie zijn zoon Carlos de Paula Lopes die zich verkiesbaar stelde voor een post bij dezelfde broederschap 19-08-1900. |
|
|
|
|
Igrea de Santa Cruz Recife Boa Vista |
|
|
1861 MORTALIDADÉ / NOTA DE FALECIMENTO !
|
|
|
Joaquim de Paula Lopes is vrij plotseling komen te overlijden [20-11-1861] aan hersen/buikvliesontsteking ~ 'Meninge Peritonite'. Beiden zijn ernstige infecties die kunnen leiden tot de dood. Hij is 52 jaar geworden [ontdanks dat er 50 jaar staat]. |
|
Crediteuren van wijlen Joaquim de Paula Lopes, worden verzocht hun rekeningen binnen acht dagen, vanaf datum plaatsing advertentie in te brengen op het adres: no. 3 Caes de Alfândega. |
|
V/16 Hier zien we het verzoek om de Requiem Mis bij te wonen van Joaquim de Paula Lopes komt op 50 jarige leeftijd te overlijden op 20-11-1861, hij was toen in de bloei van zijn leven.
Maria B[otelho] de Paula Lopes en haar kinderen zijn erg dankbaar voor alle mensen die hen hebben vergezeld naar de Publieke Begraafplaats voor de ter aarde stelling en in blijvende herinnering van hun echtgenoot en vader Joaquim de Paula Lopes en nodigt hen opnieuw uit om de Mis bij te wonen op de zevende-dag-mis dinsdag 27 november aanstaande om 6 uur in de morgen samen te zijn.
Joaquim Requiem Mass
De 7e-dag-mis werd gehouden op 27-11-1861 te Recife.
When possible, the requiem Mass is said “with the body present,” that is, with the deceased’s coffin, already covered, before it is taken to the cemetery.
Requiem Masses are also said on the 7th day and the 30th day after the death for the eternal rest of his soul. It is considered a social obligation to attend the 7th day Mass for those family members, friends, and business acquaintances who could not be present at the funeral. These Masses signify the last act of public mourning. |
|
|
|
Notitie bij overlijden van Joaquim:
Volgens Anibal, zijn kleinzoon, is hij jong gestorven. Dit klopt; Joaquim is vrij plotseling overleden en begraven op 20-11-1861 te Recife, Império do Brasil toen hij 52 jaar oud was (hetzelfde jaar van de geboorte van zijn jongste kind).
|
|
|
1863 escravos fugidos
|
|
|
|
We zien twee jaar na de dood van Joaquim de Paula Lopes hem in de krant verschijnen ten gevolge van een gevluchte slaaf die van hem was geweest [honderd jaar later staat het voorval wederom in de krant!]:
Gevlucht op de 30e in de maand april van het lopende jaar [1863], de slaaf Manoel, min of meer gemiddelde lengte met een leeftijd van 30 jaar, geboren in Angola, met het volgende signalement: heeft een kromme rechterbeen, grote mond, dikke lippen, zonder baard en loopt bijna altijd dronken. Slaaf van de overleden Joaquim de Paula Lopes. U kunt hem aanhouden en naar de straat van de gevangenis no. 53 brengen, tweede verdieping, alwaar u zal worden beloond. |
|
|
|
|
Joaquim de Paula Lopes moet eerder gehuwd zijn geweest. Bij de registratie van drie dopen van zijn kinderen op 22-03-1857 (Carlos, Luiz, Joaquina) wordt er expliciet vermelding gedaan van "pelo Matrimonio subsequente", hetgeen betekent dat er een eerder huwelijk moet zijn geweest. Mogelijk is zijn eerste vrouw gestorven. Hij was 40 jaar oud toen hij met Maria Ricarda Botelho huwde op 18-08-1849, daarin staat niet dat hij weduwe was! De kinderen waren dus buitenechtelijk geboren. |
|
|
Joaquim de Paula Lopes trouwde, 40 jaar oud, op 18-08-1849 in Recife Pernambuco, Império do Brasil. Bij het kerkelijk huwelijk waren de volgende getuigen aanwezig: Bernardino Francisco de Azevedo Campos, and Joaquim Ignacio Ribeiro Junior. Notitie bij het huwelijk: 19.00 uur in privé kapel Boa Vista (Recife Pernambuco Brazilïe), dat wil zeggen in het ouderlijk huis, zeer waarschijnlijk in het ouderlijk huis van de bruid. N.B. Zoon Carlos de Paula Lopes was al lang geboren, hij was al 2 jaar oud! Het huwelijk werd aangegaan met:
|
|
Matriz do Santíssimo Sacramento da Boa Vista, Recife Pernambuco Brazil |
|
A igreja teve sua construção iniciada em 1788. Por volta de 1793, com suas obras adiantadas, a capela-mor, as sacristias e parte da nave já eram utilizadas, haja vista que nesse mesmo ano o Santíssimo Sacramento já se encontrava na igreja. Sua fachada é semelhante à do Santuário do Bom Jesus de Braga, em Portugal. |
|
The church had its construction initiated in 1788. By 1793, with its building advanced, the chapel-mor, the sacristias and part of the ship already were used, thus in this exact year the ‘Santíssimo’ Sacrament was already taking place in the church. Its façade is similar to the one of the Sanctuary of Bom Jesus de Braga, in Portugal. |
|
|
|
Index Huwelijk Joaquim de Paula Lopes & Maria Ricarda Botelho 78v 1849 |
|
|
igreja do Apóstolo São Pedroi
|
|
|
“Aos dezoito de Agosto de mil oito centos e quarenta e nove, em Oratório particular nesta Freguesia, pelas sete horas da noite, depois de feitas as denunciações na forma do Concilio Tridentino, e não apparesendo impedimento algum como consta dos banhos que ficão em em meu poder; de minha licença em presença do Padre Francisco Alves de Abrantes, e das testemunhas Bernardino Francisco de Azevedo Campos, e Joaquim Ignacio Ribeiro Junior, pessoas conhecidas, se receberão em Matrimonio por palavras de presentes Joaquim de Paula Lopes, filho legitimo de Francisco de Paula Lopes e de Maria Theodora, com Maria Ricarda Botelho, filha legitima de João José Botelho e de Jacinta Rosa Coitinho; o nubente he natural de Portugal, e morador nesta, e a nubente he natural e moradora na mesma, e logo receberão as bênçãos nupciais no Rito Romano; do que para constar mandei fazer este assento em que me assignei. O Vigo Mel Joaqm Xer Sobro.”
Cota: Matriz do Santíssimo Sacramento da Boa Vista, Recife, Lv. C2, 1842-1856, fl. 78v.º. |
Translation: On eighteenth August of eighteen forty nine, at a Private Chapel in this Parish, at about seven in the evening, after the denunciations in the form of the Tridentine Council, and not appearing any impediment as stated in the Baths that stay in my possession; under my permission in the presence of Father Francisco Alves de Abrantes and the witnesses Bernardino Francisco de Azevedo Campos, and Joaquim Ignacio Ribeiro Junior, whom I know, were received in Matrimony by words of present Joaquim de Paula Lopes, legitimate son of Francisco de Paula Lopes and Maria Theodora; to Maria Ricarda Botelho, legitimate daughter of João José Botelho and Jacinta Rosa Coitinho; the groom is from Portugal and a dweller in this [parish], and the bride was born and is a dweller at the same [parish], and they soon received the nuptial blessings according to the Roman Rite; and for it to be known, I did this record and signed it. The Vicar Mel Joaqm Xer Sobro.”
Reference: Matriz do Santíssimo Sacramento da Boa Vista, Recife, Lv. C2, 1842-1856, fl. 78v.º. |
|
|
|
|
|
V/16 De oostkust van Brazilië waar de voorouders van de Probandus Marnix Alexander de Paula Lopes zich gevestigd hebben, van Pernambuco Recife via Sergipe Aracaju naar Sao Salvador Bahia. De familie de Paula Lopes bleef in Pernambuco wonen, voornamelijk in Recife. |
|
|
17 Maria Ricarda Botelho [Gen. 5 Nr.: 17 BETOVERGROOTOUDER], is geboren in 1822 in Recife, Pernambuco Império do Brasil / Reino Unido de Portugal, Brasil e Algarves [Keizerrijk óf Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algaves, de omwenteling vond in 1822 plaats]. Net in die periode: Aclamação do Rei Dom João VI do Reino Unido de Portugal, Brasil e Algarves, no Rio de Janeiro!
Notitie bij de geboorte van Maria: onderzoek heeft uitgewezen dat zij geboren is in Portugal. Dit blijkt uit twee bronnen: 1. de Saga van Anibal de Paula Lopes waarin hij verhaalt dat zijn grootouders beiden uit Portugal komen. 2. het overlijdensbericht van Maria zelf [zie verder].
Notitie bij Maria: Bothelo ~ het verzamelen van zeewier (kelp).
|
|
V/16 & 17 Jaoquim de Paula Lopes en Maria Ricarda Botelho waren 'natural' igreja matriz de são frei pedro gonçalves da Madre de Deus Recife. Bewijs hiervoor komt onder andere voor op het huwelijksdocument van hun zoon Luiz de Paula Lopes [28-04-1876].
'Natural' is ambigue omdat het kan betekenen dat zij geboren waren in de parochie, echter in dit geval betekent het dat zij daar naar de kerk gingen [beiden waren niet in Brazilië geboren].
Het lag letterlijk naast de plek waar Joaquim de Paula Lopes zijn handel dreef; Largo / Caes da Alfândega. Joaquim was daarvoor Sub-prefect parochie Boa-Vista waar hij op de praça Boa-Vista handel dreef [zie arrestatie hierboven op 05-04-1839 ~ Een prefect is een titel voor een persoon die een prefectuur geheten bestuurlijk mandaat heeft gekregen van een parochie]. |
|
|
|
|
V/17 Een foto uit 1874 van Maria Ricarda Botelho en haar kinderen [van Links naar rechts] Carlos de Paula Lopes, Rodolpho de Paula Lopes, Joaquina de Paula Lopes, Philadelphia de Paula Lopes, Sofia de Paula Lopes, Francisco de Paula Lopes. Zoon Luiz de Paula Lopes (zie foto met vier broers verderop) ontbreekt evenals hun vader Joaquim de Paula Lopes [die was in 1861 al overleden]. |
|
|
1856 procuração Carlos de Paula Lopes
|
|
IV/8 We zien hun zoon Carlos de Paula Lopes voor het eerst verschijnen [30-11-1856] op 9 jarige leeftijd bij de doop van een kind die de naam Maria [*26-06-1856] kreeg, dochter van Ignez Maria da Conceição [een Bruine slaaf]. De peetouders werden Joaquim de Paula Lopes & Maria Ricarda Botelho, de ouders van Carlos. Hij presenteert een volmacht. |
|
|
1861 & 1862 leilaões
|
|
De handel ging ook na het overlijden van Joaquim de Paula Lopes door. Zijn vrouw laat als weduwe een advertentie plaatsen voor het veilen op woensdag de 7e van de lopende maand [07-10-1861] van erg nieuwe en net uit de haven gekomen witte bonen. |
|
We zien hier dat Maria Ricarda Botelho spek laat veilen.
Veiling vandaag [27-06-1862] van Santes bacon
De agent Almeida veilt voor risico van koper tot ongeveer 25 vaten met spek, om 11 uur bij de brug, bij het magazijn van de weduwe van Joaquim de Paula Lopes [Caes da Alfândega]. |
|
|
1863 vende-se uma balança
|
Maria Ricarda Botelho heeft spullen van de zaak van haar man Joaquim de Paula Lopes willen verkopen en derhalve ook een weegschaal die nog in goede staat was. Belangstellende konden zich melden bij de trap van het magazijn aan de Caes da Alfândega. |
|
|
|
1865 cebolas
|
De weduwe de Paula Lopes liet [maart 1865] verschillende malen een advertentie plaatsen voor de verkoop van een enorme partij uien; De verkoop van uien van de beste in de markt, in contanten. |
|
|
|
1870 reg. firma de viuva de Paula Lopes & Filho
|
Op 9 april 1870 start & registreert Maria [Ricarda Botelho] de Paula Lopes het bedrijf viuva de Paula Lopes & Filho [weduwe de Paula Lopes en Zoon]. De genoemde zoon is Luiz de Paula Lopes, een broer van Carlos de Paula Lopes. |
|
|
|
|
|
Hierboven zien we de enige bekende foto waarop alle zoons staan van Maria [Ricarda Botelho] de Paula Lopes. Links is Rolopho, boven Francisco, onder Carlos en rechts Luiz de Paula Lopes. |
|
|
|
|
Maria is overleden op 73 jarige leeftijd op 20-04-1895 te Recife [Espinheiro] Pernambuco Republiek van Brazilië. |
|
|
ROUWADVERTENTIE
Om elf uur in de ochtend, stierf in haar woning, no Espinheiro, ten gevolge van een cardiale laesie de 73 jaar oude Dona Maria de Paula Lopes [Ricarda Botelho], weduwe van Joaquim de Paula Lopes, moeder van de heren Carlos de Paula Lopes, Francisco de Paula Lopes en Dr. Rodolpho de Paula Lopes, schoonmoeder van de heren Dr. Manuel de Siqueira, João Pinto de Lemos en Antonio Domingos dos Santos,
De overledene was een gedistingeerde dame die zich onderscheidde door haar deugdzaamheid, oprechte vriendschap en anderen voor zich wist te winnen door haar groot respect en affectie.
Het stoffelijk overschot wordt overgebracht naar de Kapel op de Openbare Begraafplaats en zal vandaag om 09:00 in de ochtend, met auto’s worden gebracht naar Rua Quinze Novembro.
Rouwbeklag aan de hon. familie |
|
|
|
V/17 Maria Ricarda Botelho overlijden 20-04-1895. |
|
|
|
|
Dona Maria de Paula Lopes
Carlos de Paula Lopes, zijn broers, zussen nodigen hun familie en vrienden uit om de 7e dag Mis bij te wonen om te bidden voor de ziel van hun in achting zijnde moeder, grootmoeder en schoonmoeder Maria de Paula Lopes, zaterdag de 27e van de huidige maand om 8 uur 's ochtends, matriz do Corpo Santo.
Dank aan al degene die, ook spontaan, de Mis voor de overledene zullen bijwonen. |
|
|
1895 Cemitério Publico Recife Pernambuco
|
|
|
V/17 Maria [Ricarda Botelho] de Paula Lopes is begraven op de Publieke Begraafplaats [de Santo Amaro] van Recife Pernambuco; O cemitério de Santo Amaro, o maior cemitério público da cidade do Recife, fica localizado na rua do Pombal |
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
Religie: Rooms Katholiek Kind van Joaquim en Maria: I. Carlos de Paula Lopes [Gen. 4 Nr.: 8 OVERGROOTOUDER] (Zie 8)
|
18 Fulgêncio Orozimbo Álvares de Araujo [Gen. 5 Nr.: 18 BETOVERGROOTOUDER]. Fulgencio is geboren op 19-07-1820 en gedoopt op 08-02-1821 Salvador, Bahia, Reino Unido de Portugal, Brasil e Algarve. Notitie bij de doop: Peetvader is zijn neef João en zijn grootmoeder [van vaderszijde] was Peetmoeder; (Jo)Ana Joaquina de Sant Anna.
|
|
|
Het is bekend dat de familie Orozimbo Alvares de Araujo uit de deelstaat Bahia van Brazilië met als hoofdstad Salvador afkomstig was. Notitie bij geboorte: Gedoopt in Paróquia de São Pedro, Salvador, Bahia als Fulgencio. Later zou hij de tweede naam Orozimbo voegen. Nationaliteit: Volgens zijn kleinzoon Anibal, spraken zij iedere week 1 dag Frans omdat Miquelina Maria Gomes [da Fonseca Neves], zijn vrouw, van Franse afkomst was.
|
|
In de eerste helft van de 16e eeuw bestond er al een primitieve kapel onder de aanroeping van Sint Pieter [São Pedro] in Salvador Bahia, gebouwd in opdracht van de eerste bisschop van Brazilië. De getoonde afbeelding is de kerk waar Fulgencio is gedoopt, deze werd in 1916 afgebroken. |
|
|
|
|
V/18 Doop op 08-02-1821 van Fulgencio [Orozimbo] Alv(ar)es de Araujo |
|
|
|
Salvador was tot 1763 de hoofdstad van Brazilië. De stad dankt zijn naam aan het feit dat de Portugezen de baai binnenvoeren op de dag van Allerheiligen in 1501. Deze locatie werd uitgekozen vanwege de goede verdedigbaarheid, omdat de stad in de beginperiode veel te maken had met aanvallen van indianen en Europese concurrenten. Salvador is meerdere malen vanuit Recife aangevallen door de Nederlanders, die tussen 1624-1625 en 1646-1647 de stad kortstondig bezetten [die zien we hier ook op de afbeelding terug].
De ontwikkeling van Salvador is sterk beïnvloed door het grote aantal slaven die vanuit Afrika in Salvador aankwamen om te werk gesteld te worden op de vele plantages en suikermolens (engenhos) die de stad omringden. De overgrote meerderheid van de huidige bevolking van Salvador bestaat uit mulatten en negers die afstammen van de aanzienlijke slavenpopulatie van destijds.
Fulgencio Orozimbo Alvares Araujo zou zelf ook een suikerplantage hebben gehad in Bahia. Hier is nog geen bewijs van terug gevonden. |
|
|
Hij is verwant aan de familie Machado, die zijn neven waren en die hij vanuit Bahia in Pernambuco ging bezoeken; zodoende had zijn dochter kennis kunnen maken met de familie de Paula Lopes, waarmee zij later zou huwen [met Carlos de Paula Lopes].
|
1838 Bahia
|
|
V/18 Fulgencio Orozimbo Alvares was doopgetuige van zijn peetdochter Aurea D'aguino op 27-08-1838 São Pedro, Bahia, Brazilië. Hij was zelf 18 jaar oud. Dit is het eerste teken van leven wat van hem is gevonden! |
|
|
Adres bekend: vanaf 1845: Rua de Mouraria, San Antonio da Mouraria [a parish in] São Salvador Bahia Brazil vanaf 1850: Rua das Veronicas São Salvador Bahia Brazil vanaf 1857: Rua do Bispo Sõa Salvador Bahia Brazil vanaf 1858: In de Staat Sergipe Brazil vanaf 1860: Rua do Alvo São Salvador Bahia Brazil vanaf 1862: Rua Direita de Piedade São Salvador Bahia Brazil [Looks like he lived right next to work his homeaddress lies right next to the Government palace] vanaf 1863: Garcia 200 São Salvador Bahia Brazil
|
Orozimbo Alvares Araujo
|
|
|
V/18 Fulgencio staat meestal bekend als Fulgencio Orozimbo Alvares of Fulgencio Orozimbo Alves. Onderzoek wijst uit dat hij een broer heeft die de naam Cyro Orozimbo Alvares Araujo droeg. Later blijkt Fulgencio in een krant genoemd te worden als Luitenant Orozimbo Alvares Araujo. |
Pas met de vondst van de overlijdensdocumentatie [31-03-1931] van zijn zoon is zijn volledige achternaam achterhaald. In dit document wordt hij Fulgencio Orozimbo Alvares Araujo genoemd. |
|
|
Beroep/Functie: Kapitein in het leger [capitão de 3. companhia do 3. batalhão de caçadores ~ captain of 3. company of the 3. battalion of hunters (Guarda Nacional)]. Een jager is een soort soldaat van cavalerie of lichte infanterie. In Brazilië werden drie bataljons Jagers gecreëerd door decreet van 13 oktober van 1822.
|
|
|
DECRETO DE 13 DE OUTUBRO DE 1822
Determina que dos tres Batalhões de Fuzileiros da Guarnição desta côrte, se formem tres Batalhões de Caçadores.
Mostrando a experiencia, que as Tropas Ligeiras são as mais analogas ao local, e systema de defesa desta Provincia, e convindo portanto crear novos Corpos de Caçadores além do Batalhão já existente; Hei por bem Determinar, que dos tres Batalhões de Fuzileiros, 1°, 2° e 3° que ora fazem parte da Guarnição desta côrte, se formem tres Batalhões de Caçadores, passando logo a ter o exercicio desta arma, e denominando-se pela ordem numerica, começando a contar-se como 1° o referido já existente Batalhão de Caçadores, reservando-Me a dar-lhes brevemente o conveniente uniforme: Hei outrosim por bem que a 1ª e 6ª Companhia do Batalhão de Granadeiros da Côrte sejam instruidas no exercicio de caçadores para quando lhes fôr preciso. O Conselho Supremo Militar o tenha assim entendido, e expeça os despachos Necessarios. Paço em 13 de Outubro de 1822.
Com a rubrica de Sua Magestade o Imperador. Luiz Pereira da Nobrega de Souza Coutinho.
Este texto não substitui o original publicado no Coleção de Leis do Império do Brasil de 1822 |
|
|
1845
|
|
We zien hier dat Fulgencio Orozimbo Alvares al in 1845 Luitenant was in het leger. |
|
|
1847 de 3 companhia do 3 batalhão de caçadores
|
|
|
Presidency of the Province. 5th of January 1847.
Officio to Exm. Viscount commandant superior of the G.N., to inform of the representation of Fulgencio Orozimbo Alvares, captain of 3. company of the 3. battalion of hunters, who complains of the Lieutenant Colonel Jose Felix de Cunha Menezes. -To the military payer, so that he may have to pay in advance the amount necessary to pay and pay of the current month in the towns of Santa Amaro. |
|
Fulgencio Orozimbo Alvares, captain of 3. company of the 3. battalion of hunters |
|
|
Notitie bij Fulgencio: Hij was in 1850 lid van een wetenschappelijk, literair en historisch vakblad "A EPOCHA LITTERARIA".
|
1850
|
|
Guarda Nacional
|
|
Empregado publico e capitão du guarda national
|
|
|
|
Voorverkiezingen; de waarde en invloed van de saquarema party in hoofdstad van de provincie Bahia goed uitgelegd volgens de procedure van zijn bevolking.
Primaries; the value and influence of the saquarema party in the capital of the province of Bahia well explained according to the procedure of its people. |
|
|
1850 Théses Pedro Joaquim de Vasconcellos
|
|
|
V/18 Capitão Fulgencio Oro(.)zimbo Alv(ar)es (de Araujo) werd op de vierde pagina van de
Théses apresentadas a faculdade de medicina da Bahia [2.844 KB]
van Pedro Joaquim de Vasconcellos genoemd als zijnde zijn vriend [oprecht bewijs van vriendschap en dankbaarheid]. Fulgencio is verwant aan deze familie via zijn moeder Francisca Xavier de Vasconcellos.
Nadien werd Pedro Joaquim vrij bekend door zijn inbreng in de oorlog met Paraguay: |
De vrijlating van slaven die door de regering waren gekocht, was in veel provincies een belangrijk instrument voor militaire rekrutering in de jaren 1867 en 1868.
Officieren die de leiding hadden over het rijk beheerden de aankoop van slaven in de provincies. In Bahia, bijvoorbeeld, publiceerde Pedro Joaquim de Vasconcelos, gestationeerd bij het Marine Arsenaal in Salvador, advertenties in lokale kranten waarin hij potentiële verkopers uitnodigde om hun slaven in militaire dienst te sturen. Wanneer dit gebeurde, dan keurde Pedro Joaquim deze 'nieuwe' soldaten. |
|
|
1854 thesouraria Geral ~ escripturarios
|
|
Fulgencio Orozimbo Alves Verschijnt diverse malen in de Almanak Commercial e Industrial da Bahia; hier in 1854 [tot 1873] |
|
|
1857 Correio da corte
|
|
1858 Bahia
|
|
V/18 Fulgencio Orozimbo Alvares was doopgetuige Delfina [Mares?] op 07-09-1858 São Francisco da Barra de Sergipe do Conde, Bahia, Brasil, Brazilië. Hij was zelf 38 jaar oud en nog single. Ca. 1859 zou hij huwen met Miquelina Gomes [da Fonseca Neves]. |
|
|
1858 Sergipe & Bahia
|
The inspector of the treasury of farms of this province remetting, by copy, the officials together, his Exm. Mr. President of the province, to the customs inspector, he shall take the opportunity to commend to the same inspector the services rendered to the state and commerce of this capital. - treasury of farms of the province of Sergipe, 7 of october of 1858 - Fulgencio Orozimbo Alvares. |
|
By decreet of 16 current [16.10.1858] were named: Fulgencio Orozimbo Alvares clerk of the treasurey of farms of Bahia, and to head of section of the same division. |
|
|
1859 7/5 inspector da thesouraria de fazenda
|
|
1859 28/5 inspector da thesouraria de fazenda
|
|
1859 18/6 inspector da thesouraria suspended
|
|
|
Palacio de Governo;
Capitão Fulgencio Orozimbo Alvares, Inspector Chefe de secção da thesouraria de Fazenda Geral. ~ 15-06-1859 suspended on charges of (immorality?) and irregular and criminal practices!
- The President of the Province, with the act of copying, using the power conferred on him by the Law of October 3rd, 1834, suspended the Inspector of the Thesouraria de Fazenda, Fulgencio Orozimbo Alvares from the exercise of his functions, attends to the demoralization in which If he finds the same Inspector, not only by his unjust acts, antilegations, and revenge, but by other acts of no less importance, which irritate the spirit of the inhabitants of this City, will result in degrading. Succeeded on the 10th of the current on one of the streets of this same City between the above mentioned Inspector, and the Citizen Antonio Joaquim da Fonseca Neves, a conflict, which in itself would be enough to cause that official to decline public respect and opinion, and lose conceptually. The moral force necessary for such an important reparation; Therefore, orders the same President of the Public Prosecutor of this Region, who, in accordance with the criminal legislation to be enforced, immediately promotes against a civil servant who is responsible for the specific facts he has committed, which proves precariousness, demanding from the Secretariat of the Presidency, from the Thesouraria da Fazenda, and Customs the documents and information that may be required for the sake of justice and instruction of the process. |
|
|
|
01-07-1859 Hier kunnen we zien hoe Fulgencio Orozimbo Alvares in 1859 in een artikel met zijn toekomstige schoonvader Antonio Joaquim da Fonseca Neves genoemd wordt. Dit is ook het jaar waarin hij gehuwd zou moeten zijn met Miquelina (Maria) Gomes [da Fonseca Neves], gelet op de geboorte van zijn dochter Constanç(i)a Orozimbo Álvares [de Araujo] rond 1860.
Het contact liep niet goed; "I'm sorry to report to you an unpleasant situation that took place on this current day in this city." OS: Fulgencio Orozimbo Alvares, inspector of the treasury for farms, whose zeal and integrity I have feated, but which has been the time of many intrigues and hateful things, perhaps due to ..... |
|
|
01-07-1859 Evidence presented against him it appears. ~ including testing supposed ciminal facts practiced by Fulgencio Orozimbo Alvares. |
|
|
|
|
1859 inspector da thesouraria exonerated
|
11-07-1859 Exonero por decreto:
Fulgencio Orozimbo Alvares de inspector da thesouraria de Sergipe e chee de sec ç ão da Bahia. |
|
13-08-1859 Fulgencio Orozimbo Alvares is exonerated of the charges.
It is just one small line in the newspaper! Clearly not something one would like to say; 'I was wrong!'. |
|
19-10-1859 Fulgencio Orozimbo Alvares is back in Bahia; Statement saying again that he was exonerated. |
|
|
|
1859 magetades imperiaes
|
|
|
Fulgencio, the greatgreatgrandfather of the Probandus Marnix Alexander de Paula Lopes spoke several languages among them Latin. When the Emperor of Brazil, Dom Pedro II, came to the north, the representative families of Recife were delegated to entertain him. His hobby was speaking Latin and he was very pleased when he found someone with whom he could converse.
|
1859 Inspector Thesouraria da Fazenda Geral
|
|
1860
|
|
Director Sociedade Dos Empregados da Thesouraria Geral |
|
|
1862 thesouraria Geral ~ Chefes de secção
|
|
Fulgencio Orozimbo Alves 1862 Almanak Industrial da Bahia |
|
|
1863 Director sociedade
|
|
|
V/18 Fulgencio Oroazimbo Alves; Sociedate de Mutuo auxilio dos empregados da thersouraria geral [We zien hier dat |
Fulgencio Orozimbo Alves directeur is van de Vereniging van Wederzijdse hulp van de medewerkers van de algemene kas]. |
|
|
1864
|
|
V/18 Fulgencio Orozimbo Alvares werd op 07-05-1864 [Santo Antônio, Salvador, Bahia, Brasil] peetvader van Amalia de Andrade Cunha. |
|
|
1865
|
|
|
Ministerio da Fazenda |
|
|
1866 Ambrósio Leitão da Cunha
|
|
Setor de guarda: Arquivo Histórico Categoria: DOCUMENTO TEXTUAL Notação: II-DLC-22.09.1866-PII.B.d 1-2 Autor: PEDRO II, imperador do Brasil, 1825-1891 Descrição: Carta imperial (autônoma) de d. Pedro II, imperador do Brasil, nomeando Ambrósio Leitão da Cunha, [futuro barão de Mamoré], presidente da província da Bahia. Palácio do Rio de Janeiro.
Data: 22/09/1866
[Fulgencio Orozimbo Alvares é mencionado na página 3 com sua função; ele reconhece esse apego 29/11/1866]
Processos anexos: Anexo: decreto de d. Pedro II, imperador do Brasil, concedendo a Ambrósio Leitão da Cunha exoneração do cargo de presidente da província da Bahia. Rio de Janeiro, 01/06/1867.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Guard Sector: Historisch Archief Categorie: TEXTUELE DOCUMENTEN Notatie: II-DLC-22.09.1866-PII.B.d 1-2 Auteur: PEDRO II, keizer van Brazilië, 1825-1891 Beschrijving: Imperiale brief van Pedro II, keizer van Brazilië, waarin hij Ambrósio Leitão da Cunha [toekomstige baron van Mamoré] benoemt tot president van de provincie Bahia. Paleis van de Rio de Janeiro.
Datum: 22-09-1866
[Fulgencio Orozimbo Alvares wordt op pagina 3 genoemd met zijn functie; hij ondertkent deze bijlage 29-11-1866]
Bijgevoegde processen: bijlage: decreet van d. Pedro II, keizer van Brazilië, verleent aan Ambrósio Leitão da Cunha vrijstelling van de functie van president van de provincie Bahia. Rio de Janeiro, 01-06-1867.
|
1875
|
|
João Maurício Wanderley, Barão de Cotegipe, Acting President of the National Treasury Court, communicates to the Inspector of Treasury of the Province of Bahia, in response to his officio 27 January of the current year. |
|
|
|
1876 obito
|
|
BAHIA OVERIGE BERICHTEN 29-07-1876: Begraven gisteren om 11:00 Kapitein Fulgencio Orozimbo Alvares, hoofd van de sectie voor algemene thesouraria. Hij was liberal en had 56 jaar geteld qua leeftijd. |
|
|
|
Fulgencio is overleden op 27-07-1876 in Calçada, Salvador - Bahia, Império do Brasil, 55 of 56 jaar oud. Hij is begraven op 28-07-1876 Nossa Senhora dos Mares in Bahia Salvador, Império do Brasil. Notitie bij overlijden van Fulgencio: Vermelding in krant 1876 dat hij is overleden in Bahia! |
|
|
|
|
|
|
|
V/18 De oostkust van Brazilië waar de voorouders van de Probandus Marnix Alexander de Paula Lopes zich gevestigd hebben, van Pernambuco Recife via Sergipe Aracaju naar Sao Salvador Bahia. De familie Orozimbo Alvares Araujo verbleef vooral in Bahia, voornamelijk in Sao Salvador. |
|
|
|
Fulgencio was in de hoofdstad Aracaju van de Deelstaat Sergipe in 1859 waar hij Miquelina Maria da Fonseca Neves leerde kennen. Hij trouwde na 1859 met haar, zeer waarschijnlijk in de hoofdstad Salvador van de deelstaat Bahia waar hij vandaan kwam. Normaliter zien we dat de echtgenoot meestal huwt in de plaats van zijn bruid, in dit geval in de hoofdstad Aracaju van de deelstaat Sergipe. Omdat Fulgencio een vete had met zijn aanstaande schoonvader in Sergipe, is het zeer waarschijnlijk dat hij zijn aanstaande bruid meenam naar Salvador om daar met haar te huwen. Opvallend is dat Miquelina na haar huwelijk de naam Gomes aannam in plaat van da Fonseca Neves. Hun dochter wordt in ieder geval een jaar later daar geboren in 1860.
|
19 Miquelina Maria Gomes [da Fonsêca Neves] [Gen. 5 Nr.: 19 BETOVERGROOTOUDER]. Miquelina is geboren in 1832 en afkomstig uit Sergipe, Império do Brasil. Sergipe is één van de 27 federale eenheden van Brazilië [etymologie: De naam van de staat komt uit de oude Tupi taal en betekent "de rivier van krabben"]. Het is gelegen in het noordoosten en grenst onder andere aan Bahia [die het voor een groot deel omsluit]. Miquelina zou later in Salvador Bahia met haar man gaan wonen. Van Sergipe is bekend dat de belangrijkste agrarische activiteit de teelt van suikerriet is. Ook Miquelina zou met haar man een suikerplantage hebben gehad. Notitie: Ook bekend als Miqueline Araujo [deel van de naam van haar man].
|
|
|
|
Toen Miqueline Maria da Fonseca Neves ongeveer 26 jaar oud was, was zij doopgetuige en werd peetmoeder van João Pereira op 06-12-1857 Santo Amaro das Brotas in Sergipe. Hij was zoon van Joaquim Antonio Pereira & Laurinda da Gomes Azevado. Zijn zus Maria Izabel Perreira Gomes zal in 1873 huwen met de broer van Miquelina, zijn naam was Gustavo Rolemberg da Fonseca Neves. Met deze doop vinden we de 2e doopnaam van Miquelina: Maria én de naam waar zij aanvankelijk mee door het leven ging: Miqueline Maria da Fonseca Neves. Ten tijde van haar huwelijk en als gevolg van de heftige onenigheid tussen haar aanstaande echtgenoot en haar vader [zie Antonio Joaquim da Fonseca Neves], heeft zij na 1860 haar naam veranderd in Miquelina Gomes [Alvares]! |
|
|
NOSSA SENHORA DO PILAR, SALVADOR BAHIA
|
|
|
|
|
HAAR ZOON FULGENCIO WAS GEBOREN OP 21-10-1861 & WERD TEGELIJK MET ZIJN BROERS ATALIBA & CYRO GEDOOPT OP 08-09-1866 NOSSA SENHORA DO PILAR, SALVADOR BAHIA. |
HAAR ZOON ATALIBA WAS GEBOREN OP 12-04-1864 & WERD TEGELIJK MET ZIJN BROERS FULGENCIO & CYRO GEDOOPT OP 08-09-1866 NOSSA SENHORA DO PILAR, SALVADOR BAHIA. |
HAAR ZOON CYRO WAS GEBOREN WAS OP 12-04-1866 & WERD TEGELIJK MET ZIJN BROERS FULGENCIO & ATALIBA GEDOOPT OP 08-09-1866 NOSSA SENHORA DO PILAR. |
|
|
|
|
HAAR DOCHTER EMILIA WERD GEDOOPT OP 06-07-1870 SANTISSIMO SACRAMENTO DO PAÇO, SALVADOR BAHIA. |
|
|
SANTISSIMO SACRAMENTO DO PAÇO, SALVADOR BAHIA
|
|
|
|
HAAR JONGSTE ZOON AFFONSO WAS GEBOREN OP 21-09-1868 & WERD GEDOOPT OP 19-07-1869 IN DEZELFDE KERK ALS ZIJN OUDSTE ZUS CONSTANCIA; PARÓQUIA DO SANTISSIMO SACRAMENTO E SANT'ANA SALVADOR BAHIA [NAZARÉ]. |
|
|
SANTISSIMO SACRAMENTO E SANT'ANA, SALVADOR BAHIA
|
|
|
19/5 Miqueline verliet op 14-04-1877 Aracaju Sergipe na het overlijden van haar man in 1876. Haar dochter Constanca Alvares & zoon Fulgencio Orozimbo waren bij haar. Later zou zij zich voor de rest van haar leven in Jaboatão Pernambuco vestigen waar haar dochter Constanca woonde en zij zodoende bij haar kleinkinderen kon zijn [de Paula Lopes]. |
|
|
|
|
|
1882 Sergipe Aracaju Gustavo Rolemberg da Fonseca Neves, broer van Miquelina, |
Grande Oriente do Brazil Maçonaria Brasileira 1882 |
|
|
They arrived [11-02-1890] from the south on the national steamer Jacuhype [Cia de Navegacao de Pernambuco, Pernambuco]: Dr. João Rodrigues de Albequerque, Dr. Joaquim Carairo Novaes de Lacerda, his mother and three brothers, Affonso Marianno Alvares, Miquelina Gomes Alvares, Alzira de Araujo Lima, Francisco Poutes, Zeferina Maria da Conceicao, Maria do Nascimento, Maria Teroliana ...
(Dr) Affonso Marianno Alvares was a son of Miquelina Gomes Alvares en married to Alzira de Araujo Lima. |
|
|
|
|
Nationaliteit: Volgens haar kleinzoon Anibal de Paula Lopes, spraken zij iedere week 1 dag Frans omdat Miquelina van Franse afkomst was. Zeer waarschijnlijk waren dit haar ouders. Annibal zou veel baat hebben gehad aan het feit dat hij Frans sprak toen hij in 1928 in Parijs woonde.
[geluidsfragment waarin de dochter van Anibal, Carla de Paula Lopes, over Miqueline verteld:] Miquelina bleek een bijzonder mooie stem te hebben gehad volgens de familie [3.444 KB]
|
|
|
Half French
|
Miquelina Gomes Alvares was a grandmother of Anibal de Paula Lopes. His second wife Elizabeth Stone wrote down the family saga before his death. In it is mentioned that Dona Miquelina Gomes Alvares [da Fonseca Neves] was half Portuguese and half French. Evidence was found that her mother was named Constance Xavier do Espirito Santo; not a French name. Stange as it may be; the name Miquelina is a French first name, but her Sirname Gomes has been always a mystery, as her Mother was named Constance Xavier do Espirito Santo and het father Antonio Joaquim da Fonseca Neves! |
|
|
|
|
Miquelina Gomes Alvares, 86 jaar oud en wonende aan de Rua Segro te Recife Pernambuco [Registros da Paróquia de Boa Vista].
Zij was weduwe van Fulgencio (H)orozimbo Alvares [Araujo] en dochter van Antônio Joaquim da Fonseca Neves & Constança da Fonseca Neves [Xavier do Espirito Santo].
Moeder van Constança de Paula Lopes [Alvares (Araujo)], Doctor Affonso [Marianno] Alvares, Fulgencio [Orozimbo] Alvares, and Emilia [Alvares de] Lima. Er ontbreken nog twee kinderen in dit rijtje: Cyro & Ataliba [beiden tegelijk gedoopt met hun broer Fulgencio]. |
|
|
1918 fallecimentos
|
Zij stierf [16-03-1918] en werd begraven gisteren in het Campo Santo; Vrouwe Miquelina Gomes Alvares, weduwe, afkomstig van Sergipe en 86 jaar oud. . Zij ligt opgebaard op het adres Nunes Machado 293; verblijfplaats van de heer Carlos Prats de Paula Lopes, en vrouwe Constança [Orozimbo Álvares] Lopes, dochter van de overledene. . Zij laat na drie kleinkinderen, de heren Armando de Paula Lopes, van de frima C. Prats & C, Annibal de Paula Lopes, student techniek in Londen en Arlindo de Paula Lopes, Alumno van Academial School. . Sentimenten aan de getroffen familie. . |
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
7o DIA MISSA
|
|
|
Constança Alvares Lopes en Haar man Carlos de Paula Lopes, hun zonen Armando, Annibal [afwezig] en Arlindo de Paula Lopes…
Maken aan eenieder bekend dat er een Mis gehouden zal worden voor de ziel van hun geliefde moeder, schoonmoeder en grootmoeder, om acht uren van de 23 van de huidige maand in matriz Boa-Vista.
Zij bedanken familie en vrienden bij voorbaat voor deze daad van naastenliefde en religie. |
|
|
Miquelina is overleden op 16-03-1918 in Recife, Rua Segro, Pernambuco, República Brasileira, 86 jaar oud als gevolg van 'Cachezio' ~ Cachexia (from Greek κακός kakos "bad" and ἕξις hexis "condition") or wasting syndrome is loss of weight, muscle atrophy, fatigue, weakness, and significant loss of appetite. Zij is begraven op 18-03-1918 in Recife Pernambuco, República Brasileira. Nationaliteit: Kind van Fulgencio en Miquelina: I. Constança Alvares [Gen. 4 Nr.: 9 OVERGROOTOUDER] (Zie 9)
|
|
|
20 James Copestick Harpur [Gen. 5 Nr.: 20 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 23-01-1835 in Draycott, Derby, United Kingdom of Great Britian and Ireland. Hij is gedoopt op 24-02-1835 in Draycott Derby United Kingdom of Great Britian and Ireland. Notitie bij de geboorte van James: Saint Alkmund King Street Methodist Chapel.
|
|
|
5/20 Baptism James Copestick |
Wesleyan Methodist |
|
|
|
Notitie bij James: He was boarding at Thomas Russell’s academy in Mackworth in 1841. 1841 census Academy, Mackworth, Derbyshire James Copestick* 6 boarder born in county Class: HO107/ Piece 189/ Book: 6/ Page: 1 *transcribed by Ancestry as ’Apertick’ There are 22 boys boarding at this establisment, ages ranging from 6 to 15. James is the youngest, and most boys are over 10. The schoolmaster at Mackworth was Thomas Russell. Mackworth school was a Wesleyan Methodist establisment. |
|
|
|
James is overleden op 14-06-1878 in Doncaster York United Kingdom of Great Britain and Ireland, 43 jaar oud (oorzaak: Uitral diseas of the heart anasarca). Van het overlijden is aangifte gedaan op 15-06-1878 [bron: Certified copy of an entry of death]. Hij is begraven op 17-06-1878 in Doncaster York United Kingdom of Great Britain and Ireland. Notitie bij overlijden van James: Given at the General Register Office application number COL929346. On this death certificate the sirname is written "Copestake". He died at 47 Bennitthorpe. It seems he was baptised James Copestick and he was still James Copestick in 1851. One possibility is that he changed his name to Harpur as a requirement of someone’s Will in order to benefit from a legacy. His grandfather Joseph Harpur perhaps? He died in August 1853. Adres: 37 Young street, Doncaster York United Kingdom of Great Britain and Ireland [bron: Certified copy of an entry of birth of Henry Poles Copestake Harpur] Beroep: Commercial Traveller[bron: Certified copy of an entry of birth of Henry Poles Copestake Harpur] Religie: Wesleyan Methodist [zie zijn overgrootvader Thomas Harpur die als eerste een Wesleyan Methodist werd. John Wesley was een aanhanger van de doctrines van Arminius]. Hij trouwde, 30 jaar oud, op 14-12-1865 in Wath upon Dearne Roterham York United Kingdom of Great Britain and Ireland [bron: Certified copy of an entry of marriage B108005] met de 23-jarige Elizabeth Poles [Gen. 5 Nr.: 21 BETOVERGROOTOUDER] (zie 21 hieronder). Notitie bij het huwelijk van James en Elizabeth: On this marriage certificate the sirname is written "Copstick".
|
|
|
Marriage James Copstick Harpur & Elizabeth Poles |
|
|
|
|
5/20 In the census records James Copestake Harpur was found, a commercial traveller, staying away in Newcastle on census night in 1871. |
5/21 His wife and family are living in Doncaster. |
|
|
|
5/20 Overlijden James Copestake Harpur |
|
|
|
Burial James Copesticke Harpur |
|
|
|
21 Elizabeth Poles [Gen. 5 Nr.: 21 BETOVERGROOTOUDER], 23 jaar oud, geboren op 01-08-1842 in Wentworth Wath Rotherham York United Kingdom of Great Britain and Ireland. Van de geboorte is aangifte gedaan op 02-09-1842 [bron: Certified copy of an entry of birth R119294]. Zij is gedoopt op 09-10-1842 in Wentworth Wath Rotherham York United Kingdom of Great Britain and Ireland. Notitie bij de geboorte van Elizabeth: Op Certified copy of an entry of birth staat 02-09-1940, dit moet 1942 zijn. Zij is vernoemd naar haar grootmoeder Elizabeth Pepper gen. VII nr.: 87. Religie: Denomination Anglican. Elizabeth is overleden omstreeks 1917 in Bromley Kent United Kingdom of Great Britain and Ireland, ongeveer 75 jaar oud. Notitie bij het huwelijk van James en Elizabeth: On this marriage certificate the sirname is written "Copstick". [bron bij het huwelijk van James en Elizabeth: Certified copy of an entry of marriage B108005] Kind van James en Elizabeth: I. Henry Poles Copestake Harpur [Gen. 4 Nr.: 10 OVERGROOTOUDER] (Zie 10)
|
|
5/21 Geboorte Elizabeth Poles |
|
|
|
|
5/21 Doop |
Elizabeth Poles |
|
|
5/21 Census 1881. Elizabeth is a widow of 38 and living with her two children and her servant at 47 Bennetthorpe Doncaster. Henry Poles Copestake Harpur is living in Pinner at the Commercial Travellar School. |
|
5/21 Census 1891. Elizabeth is living in Doncaster, Hall Gate as a widow of 48. |
|
5/21 Census 1901. It is now 10 years later and Elizabeth, now 58 years old, is living at her daughter Marian Copestake Harpur and her son in Law Charles Phillips, a Shopkeeper / Draper in London (Jerninghamroad). |
|
|
|
|
V/21 Death registration [21-07-1917] of Elisabeth Harpur, nee Poles. Probate 25-10-1917. |
|
|
22 Henry Thomas Parks [Gen. 5 Nr.: 22 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 17-12-1836 in Finsbury Middlesex United Kingdom of Great Britain and Ireland. Hij is gedoopt op 02-04-1837 in Saint Lukes Middlesex United Kingdom of Great Britain and Ireland. Notitie bij doop: Baptized at St Luke Old Street Church, Finsbury, London. Henry is overleden in 1905 Shoreditch London Great Britain and Ireland, 68 jaar oud [Registration Quarter Jan-Feb-Mar]. Notitie bij overlijden van Henry: IGI C040372
|
|
|
5/22 Baptism Henry Thomas Parks [St Luke's is a historic Anglican church building in the London Borough of Islington]. |
|
|
|
Adres: 33 Allerton Street, Hoxton New Town Middlesex United Kingdom of Great Britain and Ireland, Great Britain Beroep: Wine Cooper [bron: Certified copy of an entry of marriage]. Wine Cellarman [bron: Census 1871] Hij trouwde 24 jaar oud op 14-07-1861 in Shoreditch (St. James Church) Middlesex United Kingdom of Great Britian and Ireland. Het huwelijk werd aangegaan met:
|
|
|
Trouwen Henry Thomas Parks |
|
|
23 Jane Shore [Gen. 5 Nr.: 23 BETOVERGROOTOUDER], 22 jaar oud, geboren op 02-02-1839 in Croydon Surrey Beddington United Kingdom of Great Britain and Ireland. Jane is overleden in 1876 Shoreditch London Great Britain and Ireland. Adres: 33 Allerton Street, Shoreditch Middlesex United Kingdom of Great Britian and Ireland[bron: Certified copy of an entry of marriage] Beroep: Dressmaker (33 Allerton streer Hoxton Shoreditch Middlesex)[bron: Houses]
|
|
5/23 Geboorte Jane Shore |
|
|
|
|
5/23 Jane Shore in the 1841/1861 Census with her parents |
|
|
Kind van Henry en Jane: I. Anne Elizabeth Parks [Gen. 4 Nr.: 11 OVERGROOTOUDER] (Zie 11)
|
24 Everhard Christiaan Frederik Happé [Gen. 5 Nr.: 24 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 13-04-1817 in Vilvoorden Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (het huidige België!). Volgens zijn geboroteakte wordt zijn naam in het Frans geschreven: Everard Christien Fredric Happé
|
|
|
|
V/24 geboorte 13 april 1817 te Vilvoorden Everhard Christiaan Frederik Happé |
|
|
Everhard is overleden op 08-12-1872 in Batavia (Weltevreden) Nederlandsch Indië, 55 jaar oud. Notitie bij Everhard: 15 September 1836 aan boord van het schip Middelburg aangekomen te Batavia en zich hiermee vestigende in Nederlandsch Oost-Indië. De familie zou Nederlandch Indië pas weer verlaten na de tweede wereldoorlog [feitelijke repatriering]. Zij hebben er vier generaties gezeten. Notitie bij overlijden van Everhard: Grafzerben Java: Hier rust Everhard Christiaan Frederik Happé GL Majoor. R(aad).v(an).N(ederlandsch).I(ndië). Adjudant des Konings. In B(uiten) gew(one) dienst. R(idder).d M.W.O. 3e kl. en vd N.L. Geb te Vilvoorden 13 april 1818 (?) Overleden te Batavia 8 december 1872 (vgl. reg.test.Batavia 1872 fol 166) Beroep: Militair Adjudant des Konings. Generaal Majoor. Resident - en Militair Commandant der Zuider- een ooster-afdeling van Borneo en Lid van de Raad van Indië. In 1865 op herhaald verzoek uit betrekking ontslagen om naar Nederland te vertrekken alwaar hij lid werd van de commissie die werd samengesteld om de grondslagen der organisatie van de Koninklijke Militaire Akademie te Breda te wijzigen. [bron: Weerzien met Indië Deel 25 Militaire expedities tot 1870]. Op 04-06-1867 benoemd tot Adjudant des Konings in Buitengewone Dienst. Religie: Protestant. Onderscheiding: Ridder der Militaire Willemsorde 4e klasse. 3e klasse. Ridder Ned. Leeuw [bron: Gedane veldtogten, bekomene wonden, uitstekende daden].
|
|
Familiewapen Happé uit het familieboek Happé |
|
|
Familiewapenboek van Helman |
|
Familiewapen Happé ontwerp van Sigtenhorst |
|
|
|
|
R.T. Muschart brief inzake de betekenis van de naam Happe. |
R.T. Muschart is voornamelijk bekend inzake zijn Heraldische collectie. |
|
|
|
|
|
5/24 Happé |
5/24 Everhard Christiaan Frederik Happé |
5/24 Everhard Christiaan Frederik Happé |
|
|
|
5/24 Ridderdiploma |
|
|
|
|
|
|
5/24 Ridder der Militaire Willemsorde 4e klasse 06-12-1846. |
5/24 Ridder der Militaire Willemsorde 3e klasse 11-12-1849. |
5/24 Onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandsche dienst als Officier 29-10-1852. |
5/24 Ridder in de orde van de Nederlandsche leeuw. |
|
|
|
5/24 Everhard Christiaan Frederik Happé |
|
|
|
5/24 Encyclopedie |
|
|
|
VI/48 Stamboek staat van dienst Everhard Christiaen Frederik Happé |
|
|
1837 Tweede Luitenant
|
|
1848 Capitein
|
|
1849 Staats-Courant
|
|
E.C.F. Happé, kapitein der infanterie.
Door geweerschot in den linker schouder gewond. De kogel is beneden het sleutelbeen ingedrongen, en op den rug door het schouderblad heen, even beneden de graat van dit been, wederom uitgekomen. De wond was gedurende de eerste dagen zeer pijnlijk, de lijder door slapelooze nachten zeer afgemat. Sedert de opname in het hospitaal is de pijnlijkheid zeer verminderd; eene goede etterafscheiding heeft reeds begonnen, de slaap den lijder is goed, en alles laat een volmaakt, hoewel langzaam, herstel hopen. |
|
|
|
5/24 Nederlandsche Staatscourant 26-06-1849 waarin staat dat Kapitein Everhard Christiaan Frederik Happé gewond is geraakt bij zijn Balische expeditie. Hij ontving hiervoor o.a. de Militaire Willemsorde Hieronder. Hij is ook benoemd in een herdenkingsboek van Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek. |
|
|
|
4e & 3e klasse Militaire Willems-Orde
|
Bij Koninklijk Besluit van 11 december 1849 vond Z.M. de de Koning goed aan de tot de tweede en derde expeditie naar Bali behoord hebbende militairen en schepelingen van de land- en zeemacht in het algemeen zijn tevredenheid te betuigen over hun bij die gelegenheid betoonde moed en volharding met de bepaling dat daarvan bij afzonderlijke dagorders, zowel in Nederland als in Indië, melding zou worden gemaakt en dat onder meer het vaandel van het 7e Bataljon Infanterie in Oost-Indië zou worden versierd met de Militaire Willems-Orde voor de uitstekende bijzondere diensten, door dat Bataljon bewezen, bij het omtrekken en aanvallen van de versterkingen van Djaga Raga op 15 en 16 april 1849. De samenstelling van het 7e Bataljon Infanterie wat betreft officieren was tijdens de derde expeditie naar Bali als volgt: ... Eerste compagnie: Kapitein E.C.F. Happé. |
|
|
|
|
|
1856 Ridder van de Orde van den Ned. Leeuw
|
|
In 1856 zat E.C.F. Happé op Java en werd hij als Majoor aan het hoofd gesteld van de Expeditie naar de Tomorie-baai aan de oostkust van Celebes [8.122 KB]
. Als Kommandant van de genoemde expeditie werd hij bij Koninklijk Besluit benoemd tot Ridder van de Orde van den Nederlandschen Leeuw. |
|
|
|
|
|
|
Natuurkundig tijdschrift Nederlandsch-Indië 1860
|
|
|
Hulde voor het vaandel, het leger en aan E.C.F. Happé door zijn zoon C.F.W.K. Happé |
|
|
|
In 1862 werd hij tot Kolonel benoemd en werd hij aangewezen om de Lt-Kol. Verspijck te vervangen als Resident en Commandant der troepen in Zuid- en Oost afdeling van Borneo. Een resident representeerde het koloniaal gezag. In het voormalige Nederlands-Indië stond de resident aan het hoofd van een bestuur van een gewest.
|
18-10-1862
|
|
BANJARMASIN
|
SUSUNAN PEMERINTAHAN SIPIL PADA JAMAN PENJAJAHAN BELANDA DI KALIMANTAN PADA 1863
|
Pada jaman doloe folks, penjajah Belanda disebut dengan Kompeni Wolanda (Belanda) – semenjak pemerintahan Belanda berhasil menancapkan kakinya di Kalimantan dan dibubarkannya Kerajaan Banjar – yang kapan-kapan akan kita share kisahnya, maka Pemerintahan Kompeni di Banjarmasin dibagi dalam dua bagian: PEMERINTAHAN PUSAT dan PEMERINTAHAN DAERAH.
Pada Pemerintahan Pusat dibentuklah DEWAN PENGADILAN yang mempunyai 8 orang anggota, yang terdiri atas orang Banjar, Dayak, Arab dan Tionghoa dan tentunya 1 Presiden orang Wolanda.
Susunan Dewan selengkapnya adalah sebagai berikut:
Kolonel E.C.F Happe (Presiden) Pangeran Sjarif Husin bin Muhammad Bahrun (Anggota) Kiai Ronggo Tanu Karsa (Anggota) Said Idrus bin Hasan Alhabsi (Kepala Arab) Hadji Isa bin Ta’al (Temenggong Dayak Laksamana) The Tjin Yang (Kapitan Tionghoa) Teng Kim Guan (Letnan Tionghoa) U Pik Lim (Anggota) Lie Bun Kim Pangeran Suria Winata (Hop Djaksa) Hadji Muhamad Amin (Hop Penghulu) K.W. Tiedtke (Gripir) J.F.L. Wolf (Derwader) |
|
Kuin rivier In de dagen van de doloe mensen, zoals de Nederlandse kolonisten genoemd werden met het thuisland Wolanda (Nederland) - sinds de Nederlandse overheid erin geslaagd was om voet in Kalimantan te zetten en verantwoordleijk was voor de ontbinding van het koninkrijk van Banjar - is de administratie van het land verdeeld in twee delen: Governmentaal- en Lokaal bestuur.
De Govermentale regering werd gevormd door een Rechtgevende Raad; bestaande uit Banjar, Dayak, Arabisch en Chinees, en natuurlijk één persoon president uit Wolanda.
De samenstelling van de Raad van Bestuur is als volgt:
Kolonel E.C.F Happe (Voorzitter) Prins Mohammed bin Sjarif Husin Bahrun (lid) Kiai Ronggo Tanu Karsa (lid) Said Idrus bin Hasan Alhabsi (Head Arabisch) Hadji Isa bin Ta'al (Temenggong Dayak Admiral) De Tjin Yang (Chinese Kapitan) Kim Teng Guan (Chinese luitenant) U Pik Lim (lid) Lie Bun Kim Prince Suria Winata (Hop Djaksa) Hadji Muhamad Amin (Hop Penghulu) K.W. Tiedtke (Gripir) J.F.L. Wolf (Derwader) |
|
|
|
|
Hierboven het Residentiehuis Zuid Oost Borneo. Linksvoor staat het monument voor de Bandjermasinsche Krijg [´Hulde aan de gesneuvelden en door ontberingen en vermoeijenissen bezwekenen bij de krijgsverrigtingen te Zuid- en Oostkust van Borneo. 1859 – 1865.´”]. De Nederlands-Indische overheid trachtte met militaire en economische middelen zo veel mogelijk macht uit te oefenen tegen zo weinig mogelijk kosten. In Bandjermasin, waar een contract was gesloten met de sultan, ging het in 1852 fout toen de Nederlanders zich bemoeiden met de troonopvolging [zie hieronder Het Rijk Bandjermasin vervallen verklaard!]. Er ontstond niet alleen een lokale opvolgingsstrijd, maar de bevolking richtte zich ook steeds meer tegen de koloniale macht. De jaren 1859-1963 staan bekend als de Bandjermasinsche Krijg. Het duurde tenminste vier jaar voor de Nederlanders weer heer en meester waren in dit gebied. In 1863 werd het commando overgedragen aan Kolonel Everhard Christiaan Frederick Happé.
|
|
|
Borneo, Bandjermasin maakt deel uit van Kalimantan. |
|
|
|
03-06-1863
|
|
|
HET RIJK BANDJERMASIN
|
|
Almanach de Gotha
~ Banjarmasin (ook wel Bandjermasin of Bandjarmasin) is de hoofdstad van de Indonesische provincie Zuid-Kalimantan (Kalimantan Selatan) op het eiland Borneo. |
|
|
Het Rijk Bandjermasin vervallen verklaard!
|
De leiders der opstand werden tot onderwerping gedwongen. Nadat zij spijt hadden betuigd aan het gouvernement werd aan hen toegestaan zich in aangewezen kampongs te vestigen. Zie verder hierover het artikel Resident / Crown jewels In 1863 gaf Verspijck het commando over aan Kolonel Everhard Christiaan Frederick Happé.
|
|
Stoomschip Celebes [gebouwd om op binnenwateren en rivieren van dienst te zijn]: De bijzondere tevredenheid der Regering betuigd naar de voortvarendheid waarmede E.C.F. Happé bij het aan den grond raken van Z M Stoomschip Celebes op de reis van Bandjermasin naar Hoetei de vereiste hulp heeft verleend. |
|
|
|
|
K(e)ris Singkir & Lans Kaliblah
|
In de bestuursvergadering van de Koninklijke Natuurkundige Vereeniging van Nederlands Indië, werd op 11 mei 1865 besloten 'krachtens machtiging des Konings' dat hij gedurende de rest van zijn leven de kris "Singkir" en de lans "Kaliblah" mocht behouden. Het bijzondere is dat beide wapenen behoord hebben tot de kroonsieraden van het voormalige rijk van Bandjermasin.
|
|
Door E.C.F. Happé in bezit genomen kroonsieraden Kris Singkir & Lans Kaliblah van het Rijk Bandjermasin. Demang Lehman wordt 27 februari 1864 aan de galg opgehangen in het veld Martapura. |
|
|
|
Setelah sampai di wilayah Schans Van Thuijll (sekarang bernama Mantuil, Banjarmasin), Demang Lehman lalu dipindahkan ke sekoci recherche (reserse) dan dari Schans Van Thuijll oleh Adjudant Onderofficier Posthouder, Serquet lalu dikawal menuju ke jembatan pendaratan (dermaga) di depan rumah tempat tinggal Residen (Jalan Jenderal Sudirman, Banjarmasin).
Kepala Pemerintahan Sipil, Kolonel Everhard Christiaan Frederick Happé menerima keduanya (Pangeran Sjarif Hamid dan mertuanya Poea Iman Hadjie Mohamat Akil yang membawa Demang Lehman) di lapangan depan rumah kediaman residen. Hal ini memang di luar kebiasaan dan ketentuan, dimana Residen tidak bolah langsung mendatangi tokoh pemberontak yang ditangkap.
Akan tetapi dengan pertimbangan bahwa penangkapan Demang Lehman adalah sesuatu yang maha penting, Happe mengabaikan kebiasaan ini. Bagaimanapun juga sangat diperlukan adanya pemeriksaan segera. Setelahnya, Demang Lehman dipindahkan ke Benteng Tatas (wilayah Masjid Sabilal Muhtadin, Banjarmasin sekarang).
Antusisasme Happé memang beralasan. Proses penangkapan Demang Lehman oleh Kepala Wilayah Batu Litjien menguras banyak energi pemerintah Hindia Belanda. Selain biaya, bantuan persenjataan, Kepala Wilayah Batulicin harus melibatkan 23 narapidana (pelarian pekerja paksa dari Tambang Oranje Nassau Pengaron dan Tambang Batubara Kalangan). Semuanya harus bekerja keras menjelajahi daerah pegunungan di pantai timur borneo, yang hampir tidak dapat diakses oleh Pemerintah Hindia Belanda. Khususnya area Batu Litjien.
Na aankomst in het gebied van Schans Van Thuijll (nu Mantuil, Banjarmasin geheten), werd Demang Lehman overgebracht naar een recherche (detective) reddingsboot en van Schans Van Thuijll door Adjudant Onderofficier Posthouder , Serquet vervolgens geëscorteerd naar de voorste landingsbrug (dok) van de woonplaats Inwoner (Jalan Jenderal Sudirman, Banjarmasin).
Het hoofd van de civiele administratie, kolonel Everhard Christiaan Frederick Happé, ontving ze allebei (Pangeran Sjarif Hamid en zijn schoonvader Poea Iman Hadjie Mohamat Akil die Demang Lehman bracht) op het plein voor het huis van de bewoner. Dit viel inderdaad buiten de norm en de voorzieningen, waarbij de Bewoner niet rechtstreeks naar de rebellenfiguren hoefde te gaan die waren opgepakt.
Aangezien de arrestatie van Demang Lehman echter van het allergrootste belang was, negeerde Happe deze gewoonte. Het is echter zeer noodzakelijk om onmiddellijk te worden onderzocht. Daarna werd Demang Lehman verplaatst naar Benteng Tatas (gebied Masjid Sabilal Muhtadin, het huidige Banjarmasin).
Het enthousiasme van Happé was terecht. De arrestatie van Demang Lehman door het hoofd van de regio Batu Litjien kostte veel energie aan de regering van Nederlands-Indië. Afgezien van kosten, wapenbijstand, moest het hoofd van het Batulicin Territory 23 veroordeelden (dwangarbeiders van de Oranje Nassau Pengaron Mine en de Kalangan Coal Mine) erbij betrekken. Iedereen moest hard werken om de bergachtige gebieden aan de oostkust van Borneo te verkennen, die bijna onbereikbaar waren voor de Nederlands-Indische regering. Vooral het Litjien Rots-gebied.
|
Fiat Executio 25-02-1864
|
|
Bestuurs-vergadering donderdag 11 mei 1865
|
|
|
De K(e)ris Singkir bevindt zich in het Nationaal Museum in Jakarta, waar hij is tentoongesteld in de schatkamer, in de vitrine met andere rijkssieraden uit Banjarmasin. Het is aan Everhard Christiaan Frederick Happé te danken dat hij daar ligt; het was gedurende zijn leven toegezegd hiervan eigenaar te mogen zijn! Hij besloot anders; zie hierboven de stukken van de bestuursvergadering van 11-05-1865. Drs Francine Brinkgreve, Conservator Insulair Zuidoost Azië Museum Volkenkunde heeft bovenstaande foto gemaakt toen deze haar collega's in Jakarta in 2006 assisteerde bij het herinrichten van de schatkamer. De lans Klaiblah is tot op heden nog onvindbaar.
N.B. Zie het artikel: SEMANGAT JUANG PAHLAWAN KOTA BANJARDEMANG LEHMAN [659 KB]
|
|
|
|
V/24 E.C.F. Happé verloor ook zijn tweede vrouw vroegtijdig. Zij was aanvankelijk zijn schoonzus, de zus van zijn eerste vrouw Margaretha Adelheidis Hilling, zie hieronder bij nr V/25. |
|
|
Afscheidsfeest als Resident |
|
|
|
|
|
V/24 Benoeming van E.C.F. Happé tot de Raad van Indië |
|
|
|
|
Ziek in 1872 |
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
|
|
Zoals hierboven genoemd werd E.C.F. Happé lid in de Raad van Indië in 1868. In datzelfde jaar op 23 juli schonk hij aan Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek 'Eenige Indische wapens'. In 1871 doet hij een andere schenking van militaire marchen en andere militaire muziekstukken.
Hij trouwde 34 jaar oud op 22-04-1851 in Soerakarta Solo Nederlandsch Indië. Het huwelijk werd aangegaan met:
|
|
|
E.C.F. Happé Pensioen nabestaanden
|
|
|
25 Margaretha Adelheidis Hilling [Gen. 5 Nr.: 25 BETOVERGROOTOUDER], 18 jaar oud, geboren op 03-12-1832 in Ampel Nederlandsch Indië.
|
|
|
|
Notitie bij Margaretha: Das Vollerbe Hilling-Hilgen in der Bauernschaft Niederlangen, bis zu Beginn des 20. Jh. im Kirchspiel Lathen, wird in den Schatzungsregistern des Fürstbistums Münster stets zu den Erben der Bauernschaft Niederlangen gerechnet. Gleichwohl handelt es sich um einen in deutlicher Entfernung zu dieser Siedlung gelegenen alten Einzelhof an der Ems mit dem Hofnamen Hilgen. 1 "Hofname" allerdings nicht nur als dorfesüblicher Hofname, wie er sich in allen emsländischen Dörfern findet, sondern darüber hinaus im Sinne einer geographischen Bezeichnung. Die Trennung zwischen "Hilling" als Familienname der Eigentümer und "Hilgen" als Name des Einzelhofes ist offensichtlich jüngeren Datums. In alten Urkunden wird der Hof meist als "der Hilling" bezeichnet. Noch 1859 heißt es in einer staatlichen Publikation als "Hilling oder Hilgen, Hof in der Bauerschaft Niederlangen". 2 Andererseits werden Linien der Familie aber nur in den Kirchenbüchern des 18. Jahrhunderts gelegentlich "Hilgen" genannt.
|
|
|
5/25 Margaretha Adelheide Hilling |
5/25 Margaretha Adelheide Hilling |
|
|
|
Margaretha is overleden op 17-09-1855 in het paleis (Kraton) van Palembang [Zuidelijk Sumatra, één van de Sunda eilanden] Nederlandsch Indië, 22 jaar oud. Zij zat op Sumatra omdat haar man [Everhard Christiaen Frederick Happé, aldaar op 10-02-1854 benoemd tot majoor] meedeed aan de strafexpedities naar de Palembangse Bovenlanden van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (1851-1859).
|
|
|
|
Keraton |
Palembang |
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
Kind van Everhard en Margaretha: I. Cornelis Frederik Willem Karel Happé [Gen. 4 Nr.: 12 OVERGROOTOUDER] (Zie 12) 26 Jan Adam Kruseman [Gen. 5 Nr.: 26 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 10 oktober en gedoopt op 15 november 1818 in Haarlem Koninkrijk der Nederlanden. Jan is overleden op 29-06-1864 in Salatiga Nederlandsch Indië, 45 jaar oud.
|
|
V/26 Geboorte Jan Adam Kruseman, tegelijk aangegeven met een nichtje. |
|
|
|
|
|
V/26 Doop |
Jan Adam Kruseman |
|
|
|
V/26 Jan Adam Kruseman registratie 1826 samen met zijn ouders en broer en zussen. |
|
|
|
|
5/26 Militaire loopbaan Jan Adam Kruseman |
|
|
Jan Adam Kruseman is in Nederlndsch Indië terecht gekomen omdat hij in het leger zat. Hij is op 12-11-1842 geembarkeerd te Hellevoetsluis [Voorne-Putten] aan boord van het schip Princes Sopia. Hij werd geplaatst bij de Oost Indische Cavellerie te Batavia op 01-04-1843 in de rang van Sergeant. In 1859 kreeg hij twee jaar verlof wegens ziekte zodat hij naar Nederland kon. Zijn gezondheid was sowieso niet goed; hij overleed vijf jaar later in 1864 op 45 jarige leeftijd. |
|
|
|
|
Jan Adam Kruseman |
Jan Adam Kruseman, Ritmeester Oost-Indische Leger |
|
|
Jan Adam Kruseman, Ritmeester Oost-Indische Leger |
Jan Adam Kruseman |
|
|
Beroep: Militair. Ritmeester Oost-Indische Cavalerie. Vanuit Nederland ge-embarkeerd te Hellevoetsluis aan boort van het schip prinses Sophia den 12 november 1842. Gedebakeerd te Batavia en geplaatst bij het Regiment Oost Indische kavalerie den 1 april 1843. Benoemt tot Ritmeester in 1858. Religie: Protestant [bron: Nederlands patriciaat] Onderscheiding: Ridder der Luxemburgsche orde van den Eikenkroon [bron: Gedane veldtogten 110]. De Orde van de Eikenkroon is in 1841 ingesteld door Groothertog Willem II die, in een personele unie, ook Koning Willem II der Nederlanden was. Hoewel de Orde formeel gezien een zuiver Luxemburgse aangelegenheid was gebruikten de Koningen Willem II en Willem III de onderscheiding zo vaak binnen Nederland dat men de orde hier ook als een Nederlandse huisorde, buiten de controle van de ministerraad, ging zien.
|
|
Onderscheiding: Ridder der Luxemburgsche orde van den Eikenkroon. Voor gedane veldtochten. |
|
|
|
|
5/26 Overlijden |
Jan Adam Kruseman |
|
|
|
Familiewapen: De sinople, à un senestrochère armé, la main de carnation tenant un cimeterre, et quatre croisettes dans les cantons de l'écu, le tout d'argent. Komt in september 1859 met ss Zwaan, met als Kapitein van Hemert, van Batavia in Nieuw Diep aan. Het huwelijk werd aangegaan met: Hij trouwde 35 jaar oud op 14-07-1854 in Soerakarta Solo Nederlandsch Indië.
|
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
5/26 & 27 Huwelijk Helena Suzanna Dezentje & Jan Adam Kruseman |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
V/26 & 27 brief 14-08-1854 van zijn vader |
Hendrik Martinus Kruseman [Gen. 6 Nr.: 52 OUDOUDER] |
waarin hij zich afvraagt of het huwelijk al is voltrokken. |
Dit had al op 14-07-1854 in Soerakarta plaatsgevonden. |
|
|
27 Helena Suzanna Dezentjé [Gen. 5 Nr.: 27 BETOVERGROOTOUDER], 22 jaar oud, geboren op 18-08-1831 in Soerakarta Solo Nederlandsch Indië. Helena is overleden op 26-06-1897 in Salatiga Nederlandsch Indië, 65 jaar oud. Notitie bij Helena: Familie te Batavia in 1910 Familiewapen Dezentjé: Doorgesneden A: in blauw een achtpuntige ster tussen twee lelies. B: in groen een leeuw. Helmteken een lelie. 1. Losse lakafdruk in de collectie van de firma J. van Kempen in Voorschoten 2. Collectie van Iterson x qq nr. 1751 3. Collectie x - w nr. 1560 4. doos 9 CBG Kaart 20a rij 2 halw.
|
|
|
T COPULATUM GENEALOGICUM COLLECTUM AB ANNO 2007 |
|
|
|
|
|
Vestiging in Breda d.d. 09-01-1869 vanuit 's Gravenhage |
|
Vertrek naar Arnhem d.d. 25-10-1871 |
|
|
V/27 Helena Suzanna Dezentjé zorgde goed voor haar kinderen. Zo had zij voor haar kleinste zoon, Jan Maurits Anton Kruseman, die nog thuis woonde terwijl de andere kinderen op school les volgden, een inwonende persoonlijke huisonderwijzeres.
Van deze dame is een foto uit die tijd [Arnhem 1876] bewaard gebleven. Het betrof, zoals op de uittreksel van het bevolkingsregister van Breda hierboven laat zien, Mw. Christiane Catharine Florentia Vester. |
|
|
|
|
Helena vertrok na het overlijden van haar man in 1866 met haar enige dochter Henriëtte Philippine Lambertine (Jet) Kruseman, geboren op 22-05-1855 in Salatiga Nederlandsch Indië en vier zoons naar Nederland. Helena woonde in 's Gravenhage en vanaf 09-01-1869 in Breda en vertrok daar weer vandaan op 25 okt 1871 naar Arnhem. Ze ging terug naar Indië in september 1879 en was daar mede-eigenaar van landbouwonderneming Ampel. |
|
|
15-07-1879 Volmacht m.b.t. vertrek naar NI
|
|
5/27 Helena Suzanna Dezentjé |
|
|
|
Regentschap Ampel [Tweede Kamer]
|
|
|
|
V/27 Helena Suzanna Dezentje ontvangt 28-04-1886 uit Ambarawa [Semarang] een uitnodiging om te komen logeren bij haar kleindochter Nonny [Eleonora Gesina Johanna Kruseman, geboren 23-08-1885], Kind van haar zoon Eduard Lambert Kruseman and Lamberta Geertruida Mouthaan. |
|
|
5/27 Overlijden Helena Suzanna Dezentjé |
|
|
|
Het is niet duidelijk of dit wapen ooit goed geregistreed is geweest door de familie. Dat de familie van Franse afkomst zou zijn, is goed mogelijk maar allesbehalve bewezen. De naam kent vele verbasteringen, hetgeen door schrijffouten van ambtenaren maar al te vaak geschiedde; Dusantier, Dusentier, Desentier, Decentier, Dezentier, de Sentier, Du Sentier, De Sonier, Dessonier, Teissonier, etc. De naam is in de loop der jaren een zeer eer- en betekenisvol geworden door het vele goede en de grote welvaart die deze familie met hun machtige suikerconcerns in heel Nederlands Oost Indië heeft gebracht. Voor de gegevens van de vader van Helena Suzanna Dezentjé zie Johannes Augustinus (Tinus) Dezentjé [Gen. 6 Nr.: 54 OUDOUDER = 102! OUDGROOTOUDER] (dezelfde als 54 in generatie 6), Kind uit dit huwelijk: I. Henriëtte Philippine Lambertine (Jet) Kruseman [Gen. 4 Nr.: 13 OVERGROOTOUDER], geboren op 22-05-1855 in Salatiga Nederlandsch Indië (zie 13).
28 Gerhardus Visscher [Gen. 5 Nr.: 28 BETOVERGROOTOUDER], geboren op 17-12-1842 om 01:00 in Winschoten Koninkrijk der Nederlanden. Van de geboorte is aangifte gedaan op 17-12-1842 [bron: Geboorteakte]. Gerhardus is overleden op 28-10-1886 in Winschoten Koninkrijk der Nederlanden, 43 jaar oud.
Beroepen; Schuitevaarder [bron: Nationale Militie] / Brievenbesteller [bron: Trouwakte] & Poelier [bron: Overlijdensakte]. Hij trouwde 24 jaar oud op 22-05-1867 in Winschoten Koninkrijk der Nederlanden. Het huwelijk werd aangegaan met:
|
5/28 Geboorte Gerhardus Visscher. Hij is een bastaard! |
|
|
|
|
|
5/28 Nationale Militie Gerhardus Visscher |
|
|
Strafvonnis 1876 naar aanleiding van mishandeling
|
|
|
V/28 Overlijden Gerhardus Visscher |
|
|
|
5/28 & 29 Huwelijk Gerhardus Visscher en Elsien Meijer |
|
|
5/28 & 29 Huwelijk Gerhardus Visscher en Elsien Meijer |
|
|
|
29 Elsien Meijer [Gen. 5 Nr.: 29 BETOVERGROOTOUDER], 26 jaar oud, geboren op 18-02-1841 om 20:00 in Beerta Koninkrijk der Nederlanden [bron: Geboorteakte]. Van de geboorte is aangifte gedaan op 20-02-1841 [bron: Geboorteakte]. Elsien is overleden op 22-05-1903 in Winschoten Koninkrijk der Nederlanden, 62 jaar oud. Beroepen: Dienstmeid / Winkelierster Notitie bij het huwelijk van Gerhardus en Elsien: Vader van de bruid is overleden Vader van de bruidegom is onbekend[bron bij het huwelijk van Gerhardus en Elsien: Trouwakte] Kind van Gerhardus en Elsien: I. Gerhardus Visscher [Gen. 4 Nr.: 14 OVERGROOTOUDER] (Zie 14)
|
5/29 geboorteacte Elsien Meijer. |
|
|
|
|
|
V/29 Overlijden Elsien Meijer |
|
|
30 Johann Heinrich Meijer [Gen. 5 Nr.: 30 BETOVERGROOTOUDER], is geboren op 15-11-1829 in Amsterdam Verenigd Koninkrijk der Nederlanden [bron: Nationale Militie], zoon van Bernard Christoph Heinrich Meijer [Gen. 6 Nr.: 60 OUDOUDER] en Petronella Christina Oostmeijer [Gen. 6 Nr.: 61 OUDOUDER]. Johann is overleden op 30-01-1917 in `s-Gravenhage Koninkrijk der Nederlanden, 87 jaar oud. Notitie: Eerder op 04-08-1854, te Doesburg, gehuwd geweest met Anthonia van der Wagt!
|
|
V/30 Johann Heinrich Meijer geboorte 1829 Amsterdam Verenigd Koninkrijk der Nederlanden |
|
|
|
V/30 Johann Heinrich Meijjer Nationale Militie |
|
|
Notitie bij overlijden van Johann: Invaliditeit!
Adressen: Singel aan de Munt, Amsterdam, Koninkrijk der Nederlanden [bron: Gemeente-archief Amsterdam] vanaf 31-08-1851 Nieuwe Looyerstraat 24 Amsterdam, Koninkrijk der Nederlanden vanaf 24-08-1860 Tuinstraat 32 Amsterdam, Koninkrijk der Nederlanden vanaf 18-09-1866 Denneweg 134 's Gravenhage, Koninkrijk der Nederlanden vanaf 20-04-1897 Loosduinsekade 35, ’s-Gravenhage, Koninkrijk der Nederlanden vanaf 30-12-1915 Lange Lombardstraat 40, ’s-Gravenhage, Koninkrijk der Nederlanden ~ Evangelisch Luthers Oude lieden- en Weeshuis
|
|
Nieuwe Looyerstraat 24 te Amsterdam |
|
|
|
|
5/30 Overlijden Johann Heinrich Meijer |
|
|
|
|
|
V/30 Eerste huwelijk Johann Heinrich Meijer |
met Antonia van der Wagt d.d. 04-08-1854 te Doesburg. |
Echtscheiding d.d. 02-02-1865 Amsterdam. Dit op grond van zware mishandeling! |
|
|
|
|
5/30 uittreksel Burgelijke stand Gemeente Amsterdam Johann Heinrich Meijer. |
5/30 Bewijs van onvermogen met betrekking tot de betaling van de kosten voor de stukken ten behoeve van het huwelijk. |
|
|
Beroep: Behanger. Stoffeerder. Koperslager [bron: Nationale Militie... vrijgesteld van dienst. Trouwakte] Religie: Evangelisch Luthers
Johann trouwde, 36 jaar oud, op 10-10-1866 in `s-Gravenhage Koninkrijk der Nederlanden [bron: Trouwakte 662] met
|
|
|
|
5/30 & 31 Huwelijk Johann Heinrich Meijer en Frederica Louisa Wilhelmina Neukirchen |
|
|
5/30 & 31 Huwelijk Johann Heinrich Meijer [gescheiden echtgenoot van Antonia van der Wagt] en Frederica Louisa Wilhelmina Neukirchen [weduwe van Johannes Franssen] |
|
|
|
|
Gen V/30 & 31 Johann en Frederika hebben voor het eerst in 's-Gravenhage gewoond vanaf 20-04-1897 op de Loosduinsekade 35, daarna vanaf 30-12-1915 Lange Lombardstraat 40 [het Wees- en Oudeliedenhuis van de Evangelisch-Lutherse gemeente] |
|
|
31 Frederica Louisa Wilhelmina Neukirchen [Gen. 5 Nr.: 31 BETOVERGROOTOUDER], 34 jaar oud, geboren op 28-06-1832 in `s-Gravenhage Koninkrijk der Nederlanden. Frederica is overleden op 17-10-1915 in `s-Gravenhage Koninkrijk der Nederlanden, 83 jaar oud.
|
|
|
Notitie bij Frederica:
Frederica Louisa Wilhelmina was rond de geboorte van Frederica Louisa Wilhelmina Neukrichen, de eerste Koningin der Nederlanden (18 november 1774 tot 12 oktober 1837 en vrouw van Koning Willem I)
Notitie bij het huwelijk van Johann en Frederica: Beide ouders overleden van Johann Heinrich, Vader van Frederica Louisa Wilhelmina overleden [bron bij het huwelijk van Johann en Frederica: Trouwakte 662]
|
|
|
5/31 Eerste huwelijk met Johannes Franssen d.d. 20-07-1853 te 's Gravenhage |
Overlijden Johannes Franssen, Timmerman, 14-02-1858 's Gravenhage |
|
|
Frederika Louisa Wilhelmina Neukirchen
Gen V nr.: 31, is genoemd naar de Ie koningin van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden:
Frederika Louisa Wilhelmina van Pruisen
[18-11-1774/12-10-1837]
De kleindochter van Frederika Louisa Wilhelmina Neukirchen is op haar beurt ook naar haar genoemd:
Frederika Louise Wilhelmina Visscher
Gen. III nr.: 7 |
|
|
Frederika Louisa Wilhelmina van Pruisen |
|
|
|
|
5/31 Uittreksel Burgelijke stand Gemeente 's-Gravenhage Frederika Louisa Wilhelmina Neukirchen. |
5/31 Bewijs van onvermogen met betrekking tot de betaling van de kosten voor de stukken ten behoeve van het huwelijk. |
|
|
1899 Hypothecaire Obligatie
|
|
|
5/31 Overlijden Frederika Louisa Wilhelmina Neukirchen |
|
|
Kind van Johann en Frederica: I. Maria Christina Meijer [Gen. 4 Nr.: 15 OVERGROOTOUDER] (Zie 15)
|
NAAR BOVEN / TO TOP OF PAGE
|
|
|